Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
3.2.2 Geschiktheid van de steun
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(72)
De voorgestelde steunmaatregel moet een geschikt beleidsinstrument zijn om de betrokken beleidsdoelstelling te helpen bereiken. Het is van belang voor ogen te houden dat er voor de verwezenlijking van deze doelstellingen andere, meer geschikte instrumenten kunnen zijn, zoals regulering, marktgebaseerde instrumenten, infrastructuurontwikkeling en verbeteringen in het ondernemingsklimaat. Daartoe moet de lidstaat aantonen dat de steun en de vormgeving ervan geschikt zijn om de doelstelling van de maatregel waarop de steun is gericht, te bereiken.
Een geschikt instrument in vergelijking met mogelijke andere beleidsinstrumenten
(73)
De Commissie beschouwt steun die in de landbouw- en de bosbouwsector wordt verleend en aan de specifieke voorwaarden van de desbetreffende afdelingen van deel II voldoet, als een geschikt beleidsinstrument.
(74)
Wanneer een lidstaat besluit een op een plattelandsontwikkelingsmaatregel lijkende steunmaatregel op te zetten die uitsluitend uit nationale middelen wordt gefinancierd, terwijl diezelfde interventie ook in het desbetreffende strategisch GLB-plan voorkomt, moet de lidstaat aantonen dat een dergelijk nationaal steuninstrument voordelen oplevert ten opzichte van de betrokken interventie in het strategisch GLB-plan.
Een geschikt instrument in vergelijking met andere steuninstrumenten
(75)
De steun kan in verschillende vormen worden toegekend. De lidstaat moet er evenwel voor zorgen dat de steun wordt toegekend in de vorm die naar verwachting het minste risico op verstoringen van het handelsverkeer en van de mededinging oplevert.
(76)
Als voor een steunmaatregel een specifieke vorm is vastgelegd als omschreven in deel II, wordt die vorm beschouwd als een geschikt steuninstrument voor de toepassing van deze richtsnoeren.
(77)
Wanneer de steun aan de eindbegunstigde wordt verleend in de vorm van een gesubsidieerde dienst, d.w.z. indirect, in natura, en wordt betaald aan de aanbieder van de betrokken dienst of activiteit, zijn de in dit deel uiteengezette verenigbaarheidsbeoordeling op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en de specifieke voorwaarden van deze richtsnoeren van toepassing op de eindbegunstigde.
(78)
De Commissie is van oordeel dat steun die wordt toegekend in de vorm waarin de desbetreffende plattelandsontwikkelingsinterventies voorzien — gecofinancierd uit het Elfpo dan wel verleend als aanvullende financiering bij dergelijke gecofinancierde plattelandsontwikkelingsinterventies — een geschikt steuninstrument is.
(79)
Met betrekking tot investeringssteun die niet is opgenomen in een strategisch GLB-plan of als aanvullende financiering bij een dergelijke plattelandsontwikkelingsinterventie, moet de lidstaat, als de steun wordt toegekend in een vorm die een direct financieel voordeel oplevert (bv. rechtstreekse subsidies, vrijstellingen of verlagingen van belastingen, socialezekerheidsbijdragen of andere verplichte bijdragen enz.), aantonen waarom andere, potentieel minder verstorende vormen van steun zoals terugbetaalbare voorschotten of vormen van steun die gebaseerd zijn op schuld- of eigenvermogensinstrumenten (bijvoorbeeld leningen tegen verlaagde rente of met rentesubsidie, overheidsgaranties of een andere vorm van kapitaalverschaffing tegen gunstige voorwaarden), minder geschikt zijn.
(80)
Met betrekking tot de bosbouwmaatregelen als bedoeld in deel II, afdeling 2.8, moeten de lidstaten aantonen dat de hiermee beoogde milieu-, beschermings- en recreatiedoelstellingen niet kunnen worden bereikt met op plattelandsontwikkelingsmaatregelen lijkende bosbouwmaatregelen als bedoeld in deel II, afdelingen 2.1 tot en met 2.7.
(81)
Bij tal van steuncategorieën, zoals steun voor de kosten van marktonderzoek en productontwerp en -design en voor het opstellen van aanvragen voor de erkenning van kwaliteitsregelingen, steun voor kennisuitwisselings- en voorlichtingacties, steun voor adviesdiensten, steun voor bedrijfsvervangingsdiensten in de landbouw, steun voor afzetbevorderingsmaatregelen, steun voor de kosten van preventie en uitroeiing van dierziekten, plantenplagen en invasieve uitheemse soorten en steun voor de veeteeltsector, moet de steun aan de eindbegunstigden van de steun worden verleend door middel van gesubsidieerde diensten. In deze gevallen wordt de steun betaald aan de aanbieder van de betrokken dienst of activiteit.
(82)
De beoordeling van de verenigbaarheid van een steunmaatregel met de interne markt doet geen afbreuk aan de toepasselijke voorschriften voor het plaatsen van overheidsopdrachten en de beginselen van transparantie, openheid en non-discriminatie bij de selectie van een dienstverlener.