Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie
Artikel 75 Gebruik van geautomatiseerde systemen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, PbEU 2018, L 334 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: 2018/2066)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, PbEU 2018, L 334 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: 2018/2066)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
Indien een lidstaat ervoor kiest om geautomatiseerde systemen te gebruiken voor de elektronische gegevensuitwisseling op basis van bestandsformatspecificaties, overeenkomstig artikel 74, lid 2, onder a), waarborgen deze systemen, door de toepassing van technologische maatregelen overeenkomstig de huidige stand van de techniek, op een kosteneffectieve wijze het volgende:
- a)
integriteit van gegevens, waarbij wijziging van elektronische berichten tijdens verzending wordt voorkomen;
- b)
vertrouwelijkheid van gegevens, door het gebruik van beveiligingstechnieken, waaronder versleutelingstechnieken, zodat de gegevens alleen toegankelijk zijn voor de partij waarvoor ze bestemd zijn en dat geen gegevens kunnen worden onderschept door onbevoegde partijen;
- c)
authenticiteit van gegevens, zodat de identiteit van zowel de verzender als de ontvanger van de gegevens bekend en geverifieerd is;
- d)
onweerlegbaarheid van gegevens, door de toepassing van methoden als ondertekeningstechnieken of onafhankelijke audits van de systeembeveiligingen, zodat de ene partij van een transactie niet kan ontkennen dat zij een transactie heeft ontvangen en de andere partij niet kan ontkennen dat zij een transactie heeft verzonden.
2.
Alle geautomatiseerde systemen op basis van bestandsformatspecificaties, overeenkomstig artikel 74, lid 2, onder a), die door de lidstaten worden gebruikt voor de communicatie tussen de bevoegde autoriteit, exploitant, vliegtuigexploitant, verificateur en nationale accreditatie-instantie in de zin van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067, voldoen aan de volgende niet-functionele eisen door de toepassing van technologische maatregelen overeenkomstig de huidige stand van de techniek:
- a)
toegangscontrole, zodat het systeem alleen toegankelijk is voor bevoegde partijen en geen gegevens kunnen worden gelezen, geschreven of bijgewerkt door onbevoegde partijen, door de tenuitvoerlegging van technologische maatregelen om het volgende te bereiken:
- i)
beperking van de fysieke toegang tot de hardware van de geautomatiseerde systemen door middel van fysieke barrières;
- ii)
beperking van de logische toegang tot de geautomatiseerde systemen door het gebruik van identificatie-, authenticatie- en autorisatietechnologie;
- b)
beschikbaarheid, zodat de toegankelijkheid van de gegevens gewaarborgd is, ook na lange tijd en na de eventuele invoering van nieuwe software;
- c)
controlespoor, zodat veranderingen aan de gegevens achteraf steeds kunnen worden gevonden en geanalyseerd.