Einde inhoudsopgave
Zeebrievenwet
Artikel 8 [Vervallen van zeebrief]
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 350 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Zeebrieven vervallen:
- a.
door verloop van de tijdsduur indien zij voor bepaalde tijd zijn afgegeven;
- b.
wanneer het schip de hoedanigheid van Nederlands schip verliest;
- c.
wanneer de naam of de inhoud van het schip is veranderd of dit is verbouwd;
- d.
wanneer het schip is vergaan, is gesloopt, blijvend ongeschikt voor drijven is geworden of door rovers of door vijanden is genomen;
- e.
wanneer van het schip gedurende zes maanden na het laatste uitvaren of de dag waartoe zich de laatst ontvangen berichten uitstrekken, in het geheel geen tijding is aangekomen, zonder dat dit aan een algemene storing in de berichtgeving kan worden geweten.
2.
Wanneer echter de termijn, onder a bepaald, verstrijkt of het geval, onder b bedoeld, zich voordoet, terwijl het schip in het buitenland is, blijft, behoudens het bepaalde bij het volgende lid, de zeebrief van kracht tot de terugkomst van het schip in Nederland, doch niet langer dan zes maanden. Hetzelfde geldt, wanneer de inhoud van het schip in het buitenland is veranderd of het schip daar is verbouwd, mits deze verandering of verbouwing op de zeebrief is aangetekend door de naastbijzijnde Nederlandse diplomatieke of consulaire ambtenaar of de daartoe in Aruba, Curaçao of Sint Maarten bevoegde ambtenaren.
3.
Een zeebrief, als bedoeld in artikel 4, vervalt terstond door gehele overgang van het schip naar een eigenaar die niet voldoet aan de vereisten van artikel 311 van het Wetboek van Koophandel.
4.
Een zeebrief kan door Onze met de uitvoering van deze wet belaste Minister worden ingetrokken:
- a.
indien het schip wordt gebruikt tot kaapvaart, zeeroof of slavenhandel;
- b.
indien het schip opzettelijk zodanig wordt gebruikt, dat het gevaar ontstaat, dat de staat in een oorlog wordt betrokken;
- c.
indien met het schip enig van regeringswege gegeven en bekend gemaakt bijzonder voorschrift tot handhaving van het niet deelnemen aan een oorlog opzettelijk wordt overtreden.