Einde inhoudsopgave
Zeebrievenwet
Artikel 20 [Overgangsbepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 05-06-1963
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling.
- Bronpublicatie:
27-06-1963, Stb. 1963, 229 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken: 6771 )
- Inwerkingtreding
05-06-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-1963, Stb. 1963, 169 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Zeebrieven, verleend en alsnog geldig bij de inwerkingtreding dezer wet, blijven van kracht voor zover en voor zolang zij niet vervallen ingevolge de desbetreffende voorschriften dezer wet.
2.
Ten aanzien van vergunningen tot het voeren van de Nederlandse vlag blijven de bepalingen der wet van 28 mei 1869, Staatsblad no. 96, zoals die laatstelijk is gewijzigd, van toepassing zolang de in artikel 13 bedoelde algemene maatregel van bestuur nog niet is in werking getreden. Deze algemene maatregel van bestuur moet bevatten een overgangsbepaling voor de vergunningen, welke zullen zijn verleend vóór zijn inwerkingtreding.
3.
Behoudens het bepaalde bij de vorige leden, wordt de wet van 28 mei 1869, Staatsblad no. 96, zoals die laatstelijk is gewijzigd, ingetrokken.