Einde inhoudsopgave
Zeebrievenwet
Artikel 11 [Voorlopige zeebrief]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1996
- Bronpublicatie:
02-11-1995, Stb. 1995, 554 (uitgifte: 28-11-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23806 Overheid.nl: 23806)
- Inwerkingtreding
01-06-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-1996, Stb. 1996, 246 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij aankoop of aanbouw van een schip in het buitenland kan door de met de uitvoering van deze wet belaste Minister voor het schip een voorlopige zeebrief worden uitgereikt, indien het beantwoordt aan de vereisten in artikel 311 van het Wetboek van Koophandel voor Nederlandse schepen gesteld.
2.
Deze zeebrief vermeldt de naam van het schip, de inhoud van het schip naar de buitenlandse meting, de soort en andere kenmerken van het schip en de naam van de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de rederij of de vennootschap, waaraan het schip toebehoort. De zeebrief is geldig voor de daarin uit te drukken termijn, welke echter de tijd van zes maanden na de eigendomsoverdracht of de oplevering niet mag overschrijden. Hij mag niet anders worden afgegeven dan na voldoend bewijs van eigendom.
3.
Bij de aankomst in Nederland wordt de voorlopige zeebrief, als bedoeld in het eerste lid, door de bevoegde ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, ingehouden.
4.
Door de met de uitvoering van deze wet belaste Minister kan voor een schip, dat beantwoordt aan de vereisten in artikel 311 van het Wetboek van Koophandel voor Nederlandse schepen gesteld, op grond van bijzondere omstandigheden eveneens een voorlopige zeebrief worden uitgereikt in andere dan de in het eerste lid genoemde gevallen.
5.
Een voorlopige zeebrief, uitgereikt op grond van het vorige lid, vermeldt de naam van het schip, de inhoud van het schip naar de Nederlandse dan wel een buitenlandse meting, de soort en andere kenmerken van het schip en de naam van de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de rederij of de vennootschap, waaraan het schip toebehoort. Zodanige voorlopige zeebrief is geldig voor de daarin uitgedrukte termijn, welke de tijd van zes maanden niet mag overschrijden.