Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 35 [Beleggingsondernemingen]
Geldend
Geldend vanaf 05-09-2019
- Bronpublicatie:
28-08-2019, Stcrt. 2019, 48885 (uitgifte: 04-09-2019, regelingnummer: 2019-0000140472)
- Inwerkingtreding
05-09-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-08-2019, Stcrt. 2019, 48885 (uitgifte: 04-09-2019, regelingnummer: 2019-0000140472)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 10 zijn vrijgesteld van het ingevolge afdeling 4.2.1 en de artikelen 4:13, 4:14, 4:17, 4:26, 4:83, 4:84, 4:87, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de wet bepaalde.
2.
Beleggingsondernemingen die ingevolge artikel 10a, eerste lid, zijn vrijgesteld van artikel 2:96 van de wet zijn tevens vrijgesteld van het bepaalde ingevolge de hoofdstukken 4.2 en 4.3, met uitzondering van artikel 4:91n, van de wet.
3.
Personen die ingevolge artikel 10b zijn vrijgesteld van artikel 2:96 van de wet, zijn tevens vrijgesteld van het bepaalde ingevolge het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen, met uitzondering van artikel 4:3 van de wet.