Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 10a [Voor eigen rekening]
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2018, 237 (uitgifte: 04-01-2018, regelingnummer: 2017-0000211126)
- Inwerkingtreding
05-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2018, 237 (uitgifte: 04-01-2018, regelingnummer: 2017-0000211126)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd artikel 1:18 van de wet en artikel 10 van deze regeling, zijn van artikel 2:96 van de wet vrijgesteld beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is, die in Nederland uitsluitend in de uitoefening van hun beroep of bedrijf voor eigen rekening handelen met of door middel van personen die ingevolge de wet bevoegd zijn in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of in de uitoefening van hun beroep of bedrijf voor eigen rekening te handelen.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op beleggingsondernemingen die op grond van artikel 47, derde lid, eerste en tweede volzin, van de verordening markten voor financiële instrumenten bevoegd zijn vanuit een bijkantoor gelegen in een andere lidstaat in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of in de uitoefening van hun beroep of bedrijf te handelen voor eigen rekening.