Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 10 [Beleggingsondernemingen uit Australië, VS of Zwitserland]
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2018, 237 (uitgifte: 04-01-2018, regelingnummer: 2017-0000211126)
- Inwerkingtreding
05-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2018, 237 (uitgifte: 04-01-2018, regelingnummer: 2017-0000211126)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Van artikel 2:96 van de wet zijn vrijgesteld beleggingsondernemingen met zetel in Australië, de Verenigde Staten van Amerika of Zwitserland, die in Nederland uitsluitend beleggingsdiensten verlenen aan in aanmerking komende tegenpartijen of professionele beleggers als bedoeld in bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 of in de uitoefening van hun beroep of bedrijf handelen voor eigen rekening, voor zover op het verlenen van de desbetreffende beleggingsdiensten of het in de uitoefening van beroep of bedrijf handelen voor eigen rekening toezicht wordt uitgeoefend door een toezichthoudende instantie in de staat van hun zetel en indien zij dit voorafgaand aan het verlenen van die beleggingsdiensten of beleggingsactiviteit in Nederland aan de Autoriteit Financiële Markten hebben aangetoond door middel van:
- a.
een verklaring, afgegeven door de desbetreffende toezichthoudende instantie; of
- b.
een schriftelijke verwijzing naar de website van de desbetreffende toezichthoudende instantie, indien de in de aanhef bedoelde informatie aldus kan worden verkregen.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder toezichthoudende instantie mede verstaan een organisatie die geen toezichthoudende instantie is in de zin van artikel 1:1 van de wet en die als zelfregulerende organisatie, belast met toezicht op het verlenen van beleggingsdiensten is aangewezen of erkend door een toezichthoudende instantie.
3.
Indien zij in de staat van hun zetel niet langer onder toezicht staan voor de beleggingsdienst die zij in Nederland verlenen, melden de beleggingsondernemingen, bedoeld in het eerste lid, dat onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten.
4.
Het eerste lid is niet van toepassing op beleggingsondernemingen die op grond van artikel 47, derde lid, eerste en tweede volzin, van de verordening markten voor financiële instrumenten bevoegd zijn om vanuit een bijkantoor dat is gelegen in een andere lidstaat in Nederland de in het eerste lid bedoelde beleggingsdiensten te verlenen of in de uitoefening van hun beroep of bedrijf te handelen voor eigen rekening.
5.
Beleggingsondernemingen als bedoeld in het eerste lid die op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan de inwerkingtreding van de Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 zijn vrijgesteld van artikel 2:96 van de wet zijn daarvan ook na dat tijdstip vrijgesteld, mits zij voor 1 januari 2019 aan de Autoriteit Financiële Markten op een door haar voorgeschreven wijze melden dat zij in Nederland geen beleggingsdiensten verlenen aan niet-professionele beleggers of professionele beleggers als bedoeld in bijlage II, afdeling II, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.