Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Beschermde personen mogen niet worden overgedragen aan een Mogendheid die geen partij is bij dit Verdrag.
2.
Deze bepaling vormt geen belemmering voor de repatriëring van beschermde personen of voor hun terugkeer naar het land van hun domicilie na het einde der vijandelijkheden.
3.
Beschermde personen mogen door de gevangenhoudende Mogendheid slechts aan een Mogendheid die partij is bij dit Verdrag worden overgedragen, en dan alleen nadat de gevangenhoudende Mogendheid zich ervan heeft vergewist, dat die andere Mogendheid bereid en in staat is het Verdrag toe te passen. Wanneer beschermde personen onder die omstandigheden worden overgedragen, berust de verantwoordelijkheid voor de toepassing van het Verdrag bij de Mogendheid die zich bereid heeft verklaard hen op te nemen, gedurende de tijd, dat zij aan haar zijn toevertrouwd. Niettemin moet, ingeval deze Mogendheid in gebreke blijft op enig belangrijk punt de bepalingen van het Verdrag uit te voeren, de Mogendheid die de beschermde personen heeft overgedragen, op mededeling daarvan door de beschermende Mogendheid, doeltreffende maatregelen nemen om in de toestand afdoende verbetering te brengen dan wel verzoeken haar de beschermde personen terug te zenden. Aan dit verzoek moet worden voldaan.
4.
Een beschermd persoon mag onder geen omstandigheid worden overgedragen aan een land waar hij vervolging kan vrezen op grond van zijn politieke of godsdienstige overtuiging.
5.
De bepalingen van dit artikel vormen geen belemmering voor de uitlevering — krachtens vóór het uitbreken der vijandelijkheden gesloten uitleveringsverdragen — van beschermde personen, beschuldigd van misdrijven tegen het gemene strafrecht.