Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 41
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de Mogendheid in wier macht zich beschermde personen bevinden, de andere in dit Verdrag genoemde contrôlemaatregelen niet voldoende acht, zijn de strengste contrôlemaatregelen welke zij mag toepassen, die van het aanwijzen van een gedwongen verblijfplaats of internering, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 42 en 43.
2.
Bij het toepassen van de bepalingen van artikel 39, tweede lid, op de gevallen waarin personen hun gewone verblijfplaats moeten verlaten krachtens een beslissing waarbij hun een gedwongen verblijfplaats elders wordt aangewezen, zal de gevangenhoudende Mogendheid zich zo nauwkeurig mogelijk houden aan de bepalingen welke betrekking hebben op de behandeling van geïnterneerden ( Afdeling IV, Titel III van dit Verdrag).