Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Beschermde personen mogen uitsluitend in dezelfde mate als de onderdanen van de Partij bij het conflict, op wier grondgebied zij zich bevinden, tot arbeid worden verplicht.
2.
Indien beschermde personen de nationaliteit van een vijandelijke Staat bezitten, mogen zij uitsluitend worden verplicht tot werkzaamheden welke normaal nodig zijn om de voedselvoorziening, huisvesting, kleding, het vervoer en de gezondheid van mensen te verzekeren en welke niet rechtstreeks verband houden met het voeren van militaire operaties.
3.
In de gevallen, genoemd in de twee voorgaande leden, zullen voor de tot arbeid verplichte beschermde personen dezelfde arbeidsvoorwaarden en beschermingsmaatregelen gelden als voor de arbeiders van het land waar zij zich bevinden, in het bijzonder wat betreft loon, arbeidstijden, kleding en uitrusting, vooropleiding en vergoeding terzake van beroepsongevallen en -ziekten.
4.
In geval van schending van bovenstaande bepalingen, zijn de beschermde personen bevoegd hun recht van beklag uit te oefenen, overeenkomstig artikel 30.