Einde inhoudsopgave
Staffelbesluit pensioenen
6 Afwijkende premieovereenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Inwerkingtreding
07-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
In de praktijk hanteren verzekeraars van zowel individuele als collectieve pensioenproducten premieovereenkomsten die niet binnen de huidige kaders van artikel 18a, derde lid, Wet LB blijven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan premieovereenkomsten waarbij de beschikbare premie in afwijking van de grondslagen, genoemd in artikel 18a, derde lid, Wet LB, wordt berekend tegen een rekenrente van 3%. Met deze premies in combinatie met de resultaten uit de beleggingen streeft men naar de opbouw van een pensioen binnen de maximale fiscale grenzen van een middelloonpensioen.
Een variatie op de hierboven vermelde afwijkende premieovereenkomst is de volgende. Een (pensioen)verzekeraar voert een premieovereenkomst uit. De beschikbaar gestelde premie wordt gebaseerd op de kostprijs van een middelloonpensioen, eventueel bepaald op basis van een doorsneepremie. Ook hier streeft men naar een pensioen dat binnen de fiscaal maximale grenzen van een middelloonstelsel blijft. Hiertoe wordt jaarlijks de premie vastgesteld die is gebaseerd op de kostprijs van de middelloonregeling die de (pensioen)verzekeraar zou kunnen uitvoeren. De gehanteerde rekenrente voor de berekening van de premie is echter soms lager dan 4%, maar volgt de ontwikkeling van de rente welke medebepalend is voor de hoogte van de kostprijs van de (fictieve) middelloonregeling.
In beide gevallen is het streven om een pensioen op te bouwen dat vergelijkbaar is met een fiscaal maximaal middelloonpensioen. Dit gegeven vormt voor mij aanleiding om de twee beschreven varianten van de afwijkende premieovereenkomst hierna aan te wijzen als pensioenregeling.
Onbenoemd 6.1 Aanwijzing van regelingen met een premieovereenkomst gericht op een fiscaal aanvaardbaar maximaal middelloonpensioen
Onbenoemd 6.2 Aanwijzing van regelingen met een premieovereenkomst op basis van ten hoogste de kostprijs van een fiscaal aanvaardbaar middelloonpensioen