BNB 2004/163
Waardering stamrechtverplichting; precisering BNB 2000/275c* en BNB 2001/2c*.
HR 23-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0416, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
38029
- Conclusie
A-G mr. Van Kalmthout
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AI0416
- JCDI
JCDI:ADS888784:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0416, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0416, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2004
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Waardering stamrechtverplichting; precisering BNB 2000/275c* en BNB 2001/2c*.
Samenvatting
Bij de omzetting van zijn onderneming in een BV (belanghebbende) heeft D voor ƒ 130 043 een stamrecht bedongen. De omvang van dat stamrecht is afhankelijk van het bedrag dat op de ingangsdatum bij een verzekeraar kan worden verkregen voor een koopsom, die gelijk is aan het tegen 7 percent per jaar opgerente bedrag van ƒ 130 043.
HR: Het Hof is - kennelijk en niet onbegrijpelijk - ervan uitgegaan dat geen sprake is van een rentedragende schuld, doch dat de rente slechts een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.