Einde inhoudsopgave
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht (Meijers-reeks) 2016/6.2.1
6.2.1 Twee facetten van het interpretatieproces: interpretatiemethoden en hun onderlinge verhouding
J.G.H. Altena, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
J.G.H. Altena
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Kaiser 2010, p. 222.
Von Savigny 1840, p. 212-216.
Zie voor een voorbeeld Hof Den Haag 22 januari 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BL0298.
Zie voor een kort overzicht van de kritiek en een antwoord daarop Smith 2009 en de overige bijdragen aan het themanummer van Themis uit 2009 over taalkundige interpretatie.
De Hullu 2015, p. 103-104; Solum 2010, p. 106.
Hoewel niet iedereen de tekst van de wet als de uiterste grens ziet. Zie bijvoorbeeld De Hullu 2015, p. 103.
Omdat veel regels beogen het gedrag te sturen of juridische gevolgen in het leven te roepen zijn zij veel meer dan literaire teksten ontworpen met een bepaald doel.
Zie voor twee voorbeelden hiervan HR 21 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1030, NJ 1998/782, m.nt. A.C. ’t Hart, r.o. 5.2.2; de annotatie van N. Keijzer bij HR 22 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BN9287, NJ 2012/62. Een ander bekend voorbeeld hiervan is de jurisprudentiële ontwikkeling van het goedbegrip, zie daarover Groenhuijsen & Wiemans 1989.
De Hullu 2015, p. 102-103; Cleiren 2008, p. 293-298.
Cleiren 2008, p. 293-298. In die zin ook Soeteman 1999, p. 177-178.
Suhr 2011, p. 97.
Walz 2010, p. 483.
Uitgebreid daarover paragraaf 6.3.
Ehricke 1995, p. 609.
Voor het denken over wetsinterpretatie zijn de vier methoden van interpretatie die al door Von Savigny zijn onderscheiden nog steeds leidend: grammaticale, historische, systematische en logische (nu: teleologische1) interpretatie.2 De eerste drie interpretatiemethoden verwijzen naar een bron die als gezaghebbende en legitieme bron van informatie wordt beschouwd bij de uitleg van bepalingen. Zo kan de rechter de tekst van de wet in acht nemen, en kan hij bij de uitleg daarvan kijken naar de systematiek van het recht en de wetsgeschiedenis. Andere bronnen, bijvoorbeeld religieuze teksten, vormen in ons rechtssysteem niet zulke gezaghebbende teksten en kunnen derhalve niet dienen om het rechterlijk oordeel te legitimeren. Dat ligt iets anders voor de teleologische interpretatiemethode, die niet aanknoopt bij een bijzondere bron. Bij teleologische rechtsvinding staat het doel van de norm centraal. De catalogus van interpretatiemethoden bepaalt dus op welke informatie een rechter zich kan beroepen en welke redeneerwijzen hij bij de uitleg van bepalingen kan toepassen.
De eerste methode is de grammaticale interpretatiemethode. Die verwijst naar het bestuderen van de tekst van de wet zelf, om te kijken welke indicaties over de betekenis daarvan kunnen worden ontleend aan de formulering. Daarvoor zal de rechter in beginsel aansluiten bij de gebruikelijke betekenis van die begrippen. Zo kan de rechter voor de uitleg van begrippen te rade gaan bij het normale spraakgebruik of een woordenboek ter hand nemen om tot een lexicale definitie te komen.3 Ook de formulering of interpunctie van een opsomming kan van belang zijn, bijvoorbeeld om te bepalen of voorwaarden uit een bepaling zijn bedoeld als enumeratieve of cumulatieve criteria. De grammaticale methode is omstreden, omdat deze volgens critici ervan zou uitgaan dat een wettekst een betekenis heeft die los van de context kan worden vastgesteld.4 Met hen kan worden geconstateerd dat de context inderdaad een relevant gegeven is dat de uitleg van een tekst stuurt. Grammaticale interpretatie hoeft echter niet van de veronderstelling uit te gaan dat de tekst geheel zonder context tot uitgangspunt moet worden genomen. Sterker nog: dat is onmogelijk. Alleen al het feit dat het een wettekst betreft is een contextueel gegeven dat richting kan geven aan de uitleg van de tekst. De tekst van de wet, en daarmee de grammaticale interpretatiemethode, kan worden gezien als het startpunt van interpretatie. Puur op grond van de tekst zullen doorgaans meerdere interpretaties verdedigbaar zijn. Met behulp van de grammaticale interpretatiemethode kan dan niet worden bepaald welke de juiste is;5 de vaststelling dat meerdere interpretaties mogelijk zijn is juist de uitkomst van een grammaticale interpretatie. Grammaticale interpretatie kan worden gezien als de methode waarmee de uiterste grenzen van het mogelijke kunnen worden bepaald.6
Ten tweede kan de rechter zich oriënteren op de wetsgeschiedenis, hetgeen wetshistorische interpretatie wordt genoemd. De totstandkomingsgeschiedenis van een wet kan een bepaalde uitleg ondersteunen en worden gebruikt om een keuze te maken uit de interpretaties die de tekst toelaat. De documenten uit de wetsgeschiedenis, met name de memorie van toelichting, kunnen worden gezien als een toelichting van de auteur van de wet op de bedoeling daarmee ten tijde van de totstandkoming. Met die toelichting kan de wetgever de uitleg van de tekst bewust proberen te sturen, of juist open laten.7 Deze toelichtingen zijn gezaghebbend omdat ze afkomstig zijn van de bevoegde wetgever. Voor wie een wettekst ziet als de uitdrukking van de subjectieve wil van de wetgever is deze bron van groot belang.
Bij systematische interpretatie gaat het om het onderzoeken van de wettelijke context van de bepaling. Een commune strafbepaling staat in een bepaalde titel, in het tweede of derde boek van het Wetboek van Strafrecht, dat weer deel uitmaakt van het nationale publiekrecht, dat weer in relatie staat tot het Europees en internationaal recht. Daarin gebruikte begrippen kunnen bijvoorbeeld voorkomen in andere strafbepalingen of in andere wetboeken, andere rechtsgebieden of natuurlijk het Europees recht, waardoor die andere wettelijke bronnen steun kunnen bieden aan een bepaalde uitleg. Systematische interpretatie kan zowel worden gezien als een onderzoek naar de bedoeling van de wetgever met de plaatsing van een bepaling, als een onderzoek naar de objectieve samenhang en systematiek van het normenstelsel.
De teleologische interpretatiemethode heeft in tegenstelling tot de andere interpretatiemethoden geen betrekking op een bepaalde tekst die in relatie staat tot de wettekst. Het gaat er bij deze interpretatiemethode om uit alle mogelijke bronnen de strekking of het doel van de bepaling te identificeren, en in die zin is dit een objectieve interpretatiemethode bij uitstek. Het gaat om de maatschappelijke betekenis van de wet zelf, los van de betekenis die de wetgever er bij de totstandkoming aan heeft willen geven. Sterker nog: deze methode wordt juist vaak aangewend om een uitleg te geven aan een bepaling die juist indruist tegen indicaties die voortvloeien uit andere bronnen, vaak de wetsgeschiedenis of zelfs de tekst van de wet.8 Er wordt geabstraheerd van de concrete uitingen van de wetgever om een achterliggend doel van de bepaling te identificeren, dat vervolgens leidend wordt voor de uitleg van de bepaling.
Nadat op basis van de diverse interpretatiemethoden is vastgesteld welke indicaties over de betekenis daar dan uit voortvloeien, vindt een ordening van deze indicaties plaats op basis waarvan één interpretatie wordt gezien als de beste. Het komt namelijk niet zelden voor dat diverse bronnen afwijkende indicaties geven over de juiste uitleg van de bepaling. In die gevallen is de betekenis van een bepaling onzeker en speelt de rangorde van interpretatiemethoden een belangrijke rol. Dat is het tweede facet van rechtsvinding. In Nederland is men gewoon te stellen dat er geen hiërarchie tussen de interpretatiemethoden bestaat.9 Dat rechtvaardigt nog niet de conclusie dat de rechter naar willekeur kan kiezen. Volgens Cleiren wordt de inzet van interpretatiemethoden niet of niet alleen gestuurd door een casuïstische individuele voorkeur voor een bepaalde uitkomst, maar is die keuze gebaseerd op (impliciete) standpuntbepalingen over democratie, taaltheorie, en meer.10 Volgens Suhr wordt de rangorde tussen methoden bepaald door een idee over de verhouding tussen de staatsmachten.11 Ik onderscheid één vraag waarin meerdere van de genoemde aspecten samenkomen, en dat is de vraag wat het doel is van interpretatie: is dat het vaststellen van het doel dat de wetgever voor ogen stond met de bepaling, of is dat het vaststellen van het ‘objectieve’ en actuele doel van de wet zelf?12 Het antwoord op die vraag hangt samen met een gehanteerde subjectieve of objectieve rechtsopvatting.13 De interpretatiemethoden zijn middelen om dat doel te bereiken,14 en het (relatieve) gewicht dat aan de diverse interpretatiemethoden wordt gehecht is afhankelijk van het gestelde doel. Dit onderscheid tussen mogelijke doelstellingen van interpretatie ligt mede ten grondslag aan de rechtspositivistische en rechtenconceptie van het legaliteitsbeginsel en de rechterlijke interpretatievrijheid.