Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen
Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/3.2.4:3.2.4 Grove schuld
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/3.2.4
3.2.4 Grove schuld
Documentgegevens:
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS618063:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 23 juni 1976, nr. 17 879, BNB 1976/199.
HR 19 december 1990, nr. 25 301, BNB 1992/217, overweging 4.5.
J.W. Ilsink, Enkele gedachten over het fiscale pleitbare standpunt in strafzaken, in: L.J.A. Pieterse (red.), Draaicirkels van formeel belastingrecht, Amersfoort: Sdu Uitgevers 2009, p. 210.
Zie ook A.O. Lubbers en E. Poelmann, Afbakeningsproblemen rondom ‘grove schuld’ en ‘opzet’, TFB 2007/02/04, par. 4.2.
Zie daaromtrent HR 10 juni 2011, nr. 10/04301, V-N 2011/29.8, overweging 3.3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Nadat hierboven is uitgewerkt wat wordt verstaan onder ‘opzet’, komt hier de ‘grove schuld’ aan de orde. In § 25, lid 2 BBBB is vastgelegd wat wordt verstaan onder grove schuld:
‘Grove schuld is een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en omvat mede grove onachtzaamheid. Daarbij kan gedacht worden aan laakbare slordigheid of ernstige nalatigheid. Bij grove schuld had belanghebbende redelijkerwijs moeten of kunnen begrijpen dat zijn gedrag tot gevolg kon hebben dat te weinig belasting zou worden geheven of betaald.’
Als we naar de ontwikkeling in de rechtspraak kijken, dan zien we dat de Hoge Raad onder grove schuld verstaat een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid (waarmee bovendien de basis is gelegd voor de definitie die is opgenomen in § 25, lid 2 BBBB):
‘dat immers de wet, door te spreken van grove schuld, niet slechts eist dat het aan onachtzaamheid van de belastingplichtige is te wijten dat te weinig belasting is geheven, maar bovendien dat die onachtzaamheid als een grove, dat wil zeggen: een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid moet worden gekwalificeerd’.1
Indien een belastingplichtige onzorgvuldig handelt, is dus nog niet per definitie sprake van grove schuld. Daar is dus meer voor nodig, namelijk een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. Zo oordeelde de Hoge Raad in 1992 dat uit de enkele omstandigheid dat belanghebbende onzorgvuldig te werk is gegaan, nog niet volgt dat deze onzorgvuldigheid kan worden aangemerkt als ten minste grove schuld. Volgens de Hoge Raad kan slechts van grove schuld worden gesproken indien de handelwijze van de belastingplichtige als een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid moet worden gekwalificeerd.2
Hier hoeft de belastingplichtige zich niet bewust te zijn dat hij een fout standpunt inneemt of bewust te zijn van het risico dat hij een fout standpunt inneemt (zoals bij voorwaardelijk opzet). Ilsink omschrijft het als volgt:
‘Bij grove schuld hebben we het over het geval waarin de belastingplichtige niet bewust een fout heeft gemaakt en evenmin bewust het risico op de koop toe nam dat hij een fout zou maken, maar zich wel van een gemaakte fout bewust had moeten zijn. Het moet gaan om een ernstig verwijt; culpa levis en culpa lata zijn niet voldoende. (…) Het verwijt van grove schuld is (…) pas op zijn plaats als er voor de belastingplichtige (zeer) zwaarwegende gronden waren om te veronderstellen dat zijn aangifte onjuist zou kunnen zijn.’3
Bij opzet is de wil tot belastingontduiking van de belastingplichtige doorslaggevend, terwijl dat bij grove schuld niet het geval is. Bij grove schuld is bovendien geen sprake van opzet of voorwaardelijk opzet, omdat voor opzet en voorwaardelijk opzet een zekere mate van bewustheid aanwezig moet zijn. Voor grove schuld geldt dat niet. Bij grove schuld geldt enkel dat sprake moet zijn van een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. De belastingplichtige had zich dus wel van zijn fout bewust moeten zijn, hetgeen impliceert dat hij dat ook had kunnen zijn als hij zich wat beter had ingespand om aan zijn fiscale verplichtingen te voldoen. Ten aanzien van grove schuld rust er dus een zekere inspanningsverplichting op de belastingplichtige. Zeker als hij tegenstrijdige signalen ontvangt ten aanzien van een ingenomen standpunt, zal hij onderzoek moeten doen. Doet hij dat niet, dan kan hem in voorkomende gevallen grove schuld worden verweten.4 Niet adequaat handelen van een belastingplichtige hoeft overigens niet zonder meer tot grove schuld te leiden.5