Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen
Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/3.3.1:3.3.1 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/3.3.1
3.3.1 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
Documentgegevens:
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS620511:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
I.J. Krukkert, Strafuitsluitingsgronden en de Vierde tranche Awb, TFB 2010/0506/04, par. 6.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op grond van § 4, lid 1 BBBB wordt geen boete opgelegd als sprake is van een pleitbaar standpunt of afwezigheid van alle schuld, dan wel na bezwaar een boete vernietigd indien sprake is van een pleitbaar standpunt of afwezigheid van alle schuld. In § 4, lid 2 BBBB is nader uitgewerkt wanneer sprake is van een pleitbaar standpunt:
‘Van een pleitbaar standpunt is sprake als een door belanghebbende ingenomen standpunt, gelet op de stand van de jurisprudentie en de heersende leer, in die mate juridisch pleitbaar of verdedigbaar is dat belanghebbende redelijkerwijs kan menen juist te handelen. Is er sprake van een pleitbaar standpunt, dan kan de belanghebbende er geen verwijt van worden gemaakt dat er aanvankelijk geen of te weinig belasting is geheven. Een pleitbaar standpunt sluit het opleggen van zowel een verzuimboete als een vergrijpboete uit.’
Een vergelijkbare bepaling was ook al opgenomen in het besluit van 9 november 2000, nr. RTB2000/2474M, BNB 2001/13 en later met een nadere uitwerking van het begrip ‘pleitbaar standpunt’ in het besluit van 21 maart 2007, nr. CPP2006/2918M, V-N 2007/17.14 (later ingetrokken bij besluit van 9 december 2008, nr. CPP2008/2386M, V-N 209/2.2). In het besluit van 21 maart 2007was § 4 BBBB als volgt toegelicht:
‘Als de inspecteur aannemelijk acht dat het standpunt van de belanghebbende pleitbaar is, laat hij het opleggen van een boete achterwege. Is al een boete opgelegd, dan wordt de boetebeschikking vernietigd. Is er sprake van een pleitbaar standpunt, dan kan de belanghebbende geen verwijt worden gemaakt dat er aanvankelijk geen of te weinig belasting is geheven. Onder een pleitbaar standpunt wordt verstaan een opvatting over de kwalificatie van de feiten of de toepassing van het recht op de feiten die in redelijkheid verdedigbaar is. Een pleitbaar standpunt sluit zowel het opleggen van een verzuimboete als een vergrijpboete uit.’
Volgens Krukkert moet het pleitbare standpunt worden gezien als een strafuitsluitingsgrond. Een pleitbaar standpunt verhindert immers niet alleen het opleggen van een vergrijpboete, het sluit ook het opleggen van een verzuimboete uit. Van strafrechtelijke aansprakelijkheid is in geval van een pleitbaar standpunt naar zijn mening dan ook geen sprake. Ook kan de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast niet worden opgelegd. Met andere woorden, het gehele standaardarsenaal wordt als het ware uitgeschakeld.1