Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/2.2.4.1
2.2.4.1 Tekst artikel 107 lid 1 VWEU
I.P.M Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS581108:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Zie HvJ EG 21 maart 1990, België/Commissie, “Tubemeuse”, C-142/87, Jurispr. 1990, p. I-959, punt 25; HvJ EG 14 september 1994, Spanje/Commissie, C-278/92-C-280/ 92, Jurispr. 1994, p. I-4103, punt 20; HvJ EG 16 mei 2002, Frankrijk/Commissie, C-482/99, Jurispr. 2002, p. I-4397, punt 68; HvJ EG 24 juli 2003, Altmark Trans en Regierungspräsidium Magdeburg, C-280/00, Jurispr. 2003, p. I-7747, punt 74 en HvJ EG 23 maart 2006, Enirisorse/Sotacarbo, C-237/04, Jurispr. 2006, p. I-2843, punt 38.
48. Artikel 107 geeft geen definitie van het begrip staatssteun, slechts criteria. Om een maatregel te kunnen kwalificeren als staatssteun, moet hij aan alle criteria van artikel 107 lid 1 VWEU voldoen.1 Daarmee vormt artikel 107 VWEU de basisbepaling voor materieelrechtelijke regels met betrekking tot staatssteun. Artikel 108 VWEU bevat de basisprocedure, artikel 109VWEU is de rechtsgrondslag voor verordeningen van de Raad op het gebied van staatssteun. Artikel 107 lid 1 VWEU luidt:
“Behoudens de afwijkingen waarin dit Verdrag voorziet, zijn steunmaatregelen van de Staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de Lid-Staten ongunstig beïnvloedt.”