Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht in het Nederlandse materiële strafrecht
Einde inhoudsopgave
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht (Meijers-reeks) 2016/3.5:3.5 Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel in de context van het Europees strafrecht
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht (Meijers-reeks) 2016/3.5
3.5 Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel in de context van het Europees strafrecht
Documentgegevens:
J.G.H. Altena, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
J.G.H. Altena
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze paragraaf wordt een kort overzicht geboden van de rol van grondrechten in het Europees recht en meer specifiek van de erkenning van het legaliteitsbeginsel in de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Dit biedt een grove schets van het geheel waarvan de delen afzonderlijk zullen worden bestudeerd in hoofdstuk 4 tot en met 8. Eerst wordt de plaats van grondrechten in het Europees recht besproken. Vervolgens komt de geleidelijke erkenning van de deelnormen van het legaliteitsbeginsel, resulterend in de opneming ervan in het Handvest van de Grondrechten aan de orde. Aan het eind komt de plaats van het punitief bestuursrecht en het EVRM in het onderzoek aan de orde en wordt een korte inleiding gegeven op de rol van het legaliteitsbeginsel in die twee contexten.
3.5.1 Grondrechten in het Europees recht3.5.2 Erkenning van het legaliteitsbeginsel in de jurisprudentie, codificatie in het Handvest voor de Grondrechten3.5.3 Legaliteit in het punitief bestuursrecht en in het EVRM