Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.2.2.1
5.2.2.1 Algemeen
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS575186:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Verordening (EG) 44/2001, Brussel I (EEX-Verordening). Overigens nemen ook het Verenigd Koninkrijk en Ierland deel aan Brussel I en de herschikking van Brussel I, zie preambule overweging 20 Brussel I en preambule overweging 40 Brussel I herschikking. Denemarken neemt niet deel maar heeft een bijzondere positie ten aanzien van Europese IPR-regelgeving. Zie over de positie van Denemarken Knot 2013, p. 146.
Verordening (EU) 1215/2012, Brussel I herschikking (herschikking EEX-Verordening).
Artikel 81 van de Brussel I herschikking. Zie voor meer informatie over de wijzigingen in de herschikking Knot 2013.
HvJ EG 16 december 1980, Staat der Nederlanden/Rüffer, 814/79, NJ 1982/79, rov. 7-8, HvJ EG 14 november 2002, Steenbergen/Baten, C-271/00, NJ 2003/598, rov. 31, Strikwerda 2015, nr. 233.
Oud: artikel 22 EEX. Zie voor meer informatie Strikwerda 2015, nr. 249, 256.
Punt 11 van de considerans van Brussel I en artikel 2, lid 1 Brussel I (EEX-Verordening), artikel 4 lid 1 Brussel I herschikking (herschikking EEX-Verordening) Voor rechtspersonen geldt dat zij woonplaats hebben op de plaats van hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging, zie artikel 63 EEX (herschikking).
Oud: artikel 5 lid 3 EEX.
186. Sinds 2002 wordt in internationale procedures de EEX-Verordening toegepast om te bepalen welke rechter bevoegd is om over een geschil te oordelen.1 In 2012 is de gewijzigde EEX-Verordening aangenomen.2 Deze is van toepassing geworden op 10 januari 2015.3 Ik verwijs in de hoofdtekst in beginsel naar de artikelen zoals die genummerd worden in de herschikking van de EEX-Verordening. Het materiële toepassingsgebied van de EEX betreft burgerlijke en handelszaken, ongeacht de aard van het gerecht.4 Uit de jurisprudentie van het HvJ EU blijkt dat het antwoord op de vraag welke zaken onder het begrip burgerlijke en handelszaken vallen, afhangt van de aard van de rechtsbetrekking en het voorwerp van het geschil. De grondslag en de wijze van het instellen van de vordering moeten daarbij worden onderzocht. Als deze aspecten binnen het civiele recht vallen, is sprake van een burgerlijke of handelszaak.5
187. Indien een verweerder verschijnt voor een gerecht van een lidstaat is sprake van een stilzwijgende forumkeuze in de zin van artikel 26 EEX. Er is geen sprake van een stilzwijgende forumkeuze als de verweerder verschijnt om de bevoegdheid van het gerecht te betwisten of als een gerecht bij uitsluiting krachtens artikel 24 EEX bevoegd is.6
188. In het algemeen geldt artikel 4 EEX dat bepaalt dat de bevoegdheid van de rechter wordt gebaseerd op de woonplaats van de verweerder (forum rei).7 In deze subparagraaf behandel ik artikel 7 en 8 EEX die additionele bevoegdheidsgrondslagen bevatten. Voor mijn onderzoek zijn de additionele grondslag bij onrechtmatige daad (artikel 7 lid 2 EEX)8 en de vraag naar de bevoegde rechter relevant in een situatie waarin er meer verweerders zijn en die verweerders in verschillende lidstaten zijn gevestigd (artikel 8 lid 1 EEX).9