Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.2.2.2
5.2.2.2 Artikel 7 lid 2 EEX – onrechtmatige daad
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS574007:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 27 september 1988, 189/87, Kalfelis/Schröder, Jurispr. 1988, p. 5565, NJ 1990/425m.nt. Schultz, rov. 18; HvJ EG 17 juni 1992, C-26/91,Handte/TMCS, Jurispr.1992, p. I-3967, NJ 1996/316, rov. 15, Pontier 2009, p. 80-85, Strikwerda 2015, nr. 239.
Mochten de ongerechtvaardigde verrijking, de onverschuldigde betaling en de zaakwaarneming binnen de reikwijdte van artikel 7 lid 2 EEX vallen dan moet worden aangesloten bij de begrippen die in de Rome II-Verordening worden gebruikt, Pontier 2009, p. 105-108.
HvJ EG 3 mei 2007, Color Drack/Lex International, C-386/05, NJ 2008/237 m.nt. Vlas, punt 30, Strikwerda 2015, nr. 236.
189. Het begrip onrechtmatige daad in de zin van artikel 7 lid 2 EEX stemt in grote lijnen overeen met het begrip onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. Het begrip moet autonoom worden uitgelegd. Het begrip onrechtmatige daad in de EEX omvat volgens het Hof elke rechtsvordering die beoogt een verweerder aansprakelijk te stellen en die geen verband houdt met een (vrijwillige aangegane) verbintenis uit overeenkomst.1 Het is, gelet op de door het Hof gegeven omschrijving, onduidelijk of artikel 7 lid 2 EEX ook ziet op niet-contractuele verbintenissen anders dan uit onrechtmatige daad, zoals een rechtsvordering gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking, onverschuldigde betaling of zaakwaarneming.2 De bevoegdheidsregels van artikel 7 EEX regelen niet alleen de internationale bevoegdheid van de rechter, maar ook de interne relatieve bevoegdheid van de rechter.3