Stelplicht & Bewijslast (Archief)
Einde inhoudsopgave
Stelplicht & Bewijslast 33:4.2 Volledige omkering van de bewijslast
Archief
Stelplicht & Bewijslast 33
4.2 Volledige omkering van de bewijslast
Documentgegevens:
mr. R.J.B. Boonekamp, actueel t/m 02-10-2017
- Actueel t/m
02-10-2017
- Auteur
mr. R.J.B. Boonekamp
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie daarover in algemene zin: Asser Procesrecht/Asser 3, 2013/294.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een volledige omkering van de bewijslast is een ingrijpende maatregel in het systeem van bewijslastverdeling. Bij een regelrechte omkering van de bewijslast is het niet de partij die een bepaald rechtsgevolg inroept die de feiten die nodig zijn voor de erkenning van dat rechtsgevolg moet bewijzen, maar de wederpartij die moet bewijzen dat die feiten zich niet hebben voorgedaan. Indien die wederpartij niet in het bewijs daarvan slaagt, moet het ingeroepen rechtsgevolg worden erkend (en dus de vordering worden toegewezen of het bevrijdende verweer gehonoreerd) hoewel de feiten waaraan de rechtsregel dat rechtsgevolg verbindt niet zijn komen vast te staan. Het risico dat niet komt vast te staan dat deze feiten zich niet hebben voorgedaan ligt dan bij die wederpartij op wie de omgekeerde bewijslast rust. De bewijslast impliceert hier net zoals bij de hoofdregel bewijsrisico. Voor een zo ingrijpende afwijking van het systeem zullen heel goede redenen moeten zijn.1 Dat komt hierna verder nog aan de orde.