Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht
Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/4.4.7:4.4.7 Verbodsactie (artikel 3:296 BW)
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/4.4.7
4.4.7 Verbodsactie (artikel 3:296 BW)
Documentgegevens:
I.P.M Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS577502:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
176. Artikel 3:296 BW bepaalt:
“Tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de gerechtigde, veroordeeld.”
Met een verbods- of gebodsactie kan worden bereikt dat een mededingingsbeperkende gedraging wordt beëindigd of voorkomen.1 Het is mogelijk dat een stichting of vereniging in de zin van artikel 3:305a BW een van de genoemde acties instelt. Met een verbodsactie kan men bijvoorbeeld vorderen dat geen uitvoering wordt gegeven aan een mededingingsbeperkende overeenkomst. Het is een rechtsvordering tot nakoming van een verplichting (in casu een onrechtmatige daad) zodat een ingebrekestelling niet is vereist.2 Interessant is de nog niet beantwoorde vraag of een grensoverschrijdend verbod mogelijk is. De bevoegdheid van de rechter terzake komt in hoofdstuk 5 aan bod.