Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/19.2.3:19.2.3 Overeenkomende elementen van de definities van pot- of poolovereenkomsten in de literatuur
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/19.2.3
19.2.3 Overeenkomende elementen van de definities van pot- of poolovereenkomsten in de literatuur
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370517:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie ook: J. Spaanstra, Personenassociatie of potovereenkomst, WFR 1965/4763, blz. 629.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hoewel onder de noemer pot- of poolovereenkomst in het maatschappelijk verkeer een veelheid aan inhoudelijk uiteenlopende overeenkomsten voorkomt, blijkt dat in de omschrijvingen van pot- of poolovereenkomsten in de literatuur telkens een aantal kenmerken terugkeert.
Zo wordt op de eerste plaats van belang geacht, dat er iets in een pot of pool wordt gestopt (Maeijer, Tuk, Van Ooijen, Van Leeuwe en Van der Grinten, Slagter, A-G Groeneveld), danwel in gemeenschap wordt gebracht (Hillebrandt), wordt gestort (minister van Justitie) of wordt samengevoegd (Mohr, staatssecretaris van Financiën). Op de tweede plaats wordt duidelijk dat er geld (contanten) in de pot of pool moet worden ingebracht. Hillebrandt, Slagter en A-G Groeneveld menen dat er winst moet worden ingebracht. Volgens Van Leeuwe en Van der Grinten, alsmede Wisselink en Spaanstra gaat het om zowel winst als verlies. Maeijer, Mohr, de minister van Justitie en de staatssecretaris van Financiën menen dat het moet gaan om inkomsten. In de definitie van Tuk moeten de vruchten van arbeid worden ingebracht. Op de derde plaats volgt uit alle definities dat hetgeen is bijeengebracht, op een later moment moet worden verdeeld volgens een verdeelsleutel.1 Daaraan voegen Mohr, de minister van Justitie, de staatssecretaris van Financiën en A-G Groeneveld expliciet toe dat er geen activiteiten met het ingebrachte mogen worden verricht. Deze eis lijkt ook in de andere definities besloten te liggen. Slechts Slagter en A-G Groeneveld voegen daaraan toe dat de verdeelsleutel een andere moet zijn dan de inbrengverhouding.
Ik constateer dat de definities op diverse onderdelen gelijkenissen vertonen, ook al ziet de ene definitie op de pot- of poolovereenkomst, de ander enkel op de potovereenkomst en weer een ander slechts op de poolovereenkomst. In alle gebruikelijke definities wordt kenmerkend geacht dat:
er geld (contanten) in een pot of pool wordt gestopt, danwel in gemeenschap wordt gebracht, of wordt samengevoegd (vorming van een pot of pool);
hetgeen is bijeengebracht, op een later moment moet worden verdeeld volgens een verdeelsleutel;
er geen activiteiten met het bijeengebrachte mogen worden verricht om daarmee vermogensrechtelijk voordeel te behalen.