Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/19.1:19.1 Inleiding
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/19.1
19.1 Inleiding
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS363245:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
C.P. Tuk, Wetgeving op de omzetbelasting, Kluwer, Deventer, 1959, blz. 93. Zie ook: Van Ooijen, noot onder TC 22 december 1953, nr. 6915 O, BNB 1954/132.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het in deel II ontwikkelde model van samenwerking onderscheidt het tweede niveau (“relational”) zich van eerste niveau van samenwerking (“contractual”) door de sterkere onderlinge band, die bestaat tussen partijen en de grotere inspanning die partijen voor het samenwerkingsverband moeten leveren. Zonder zover te gaan dat zij een entiteit vormen, stemmen partijen hun gedrag nader op elkaar af, brengen ze vermogensbestanddelen bijeen, delen ze in elkaars goede en / of kwade kansen en / of verrichten ze gezamenlijk handelingen. Deze samenwerkingsverbanden vereisen een zekere interne regeling (zie deel II, hoofdstuk 8).
Pot- en poolovereenkomsten zijn voorbeelden van samenwerkingsverbanden van het tweede niveau van samenwerking. Het zijn normale wederkerige overeenkomsten. Aan deze overeenkomsten zijn geen bijzondere wettelijke vereisten verbonden. Hierdoor vertonen zij in meer of mindere mate kenmerken van andere overeenkomsten van samenwerking. Het begrip “pot- of poolovereenkomst” is niet duidelijk omlijnd. Kenmerkend voor pot- en poolovereenkomsten is evenwel dat partijen geld (positieve en negatieve bedragen), goederen (zaken en vermogensrechten), het genot van goederen of arbeid bijeenbrengen. Dit kan ofwel geschieden met het oog op de latere verdeling van hetgeen is bijeengebracht, ofwel met het oog op het delen van het gebruik van hetgeen is bijeengebracht. Schematisch is dit als volgt samen te vatten:
Figuur 27. Pot- en poolovereenkomsten
In theorie valt een onderscheid te maken tussen potovereenkomsten (overeenkomsten die op het bijeenbrengen van enkel geld zien) en poolovereenkomsten (overeenkomsten die op het bijeenbrengen van vermogensbestanddelen in het algemeen zien). In dit onderzoek maak ik dit onderscheid niet.
In Nederland wordt aangenomen dat het bijeenbrengen van vermogensbestanddelen in en het uitnemen van vermogensbestanddelen uit een pot of pool geen aanleiding geeft tot heffing van btw. Pot- of poolovereenkomsten worden voor de heffing van omzetbelasting niet relevant geacht.1 In dit hoofdstuk onderzoek ik of deze aanname juist is en of pot- of poolovereenkomsten aanleiding kunnen geven tot belastbare handelingen voor de btw. Zowel de vraag of het bijeenbrengen van vermogensbestanddelen als de vraag of het wederzijds gebruik van de bijeengebrachte vermogensbestanddelen belastbare handelingen zijn, behoeft beantwoording. Voorts moet worden nagegaan in hoeverre een recht op aftrek bestaat met betrekking tot hetgeen bijeen wordt gebracht.