Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/5.3.3.1
5.3.3.1 Inleiding
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS210031:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Voetnoten
Voetnoten
Een groot deel daarvan gaat over de verstrekking van de kleinere (flits)kredieten van enkele honderden ponden (ook wel payday loans).
Zie bijvoorbeeld FOS 25 februari 2019, DRN2837287 en FOS 20 februari 2019, DRN1251468 waarin de ombudsman laat zien welke publiekrechtelijke gedragsregels relevant zijn.
Zie voor een paar oude hypotheekzaken FOS 15 januari 2019, DRN5330378 en FOS 24 januari 2019, DRN4693501.
In een adviesrelatie is ook aandacht voor de vraag of het krediet in de gegeven omstandigheden suitable was. Zie bijvoorbeeld FOS 18 februari 2019, DRN2388301.
De uitspraken over de kredietwaardigheidstoets gaan in verreweg de meeste gevallen over consumptief krediet.1 Daarbij handelt de ombudsman steevast conform de leennormen uit de CONC.2 Opvallend is dat er weinig relevante uitspraken zijn te vinden over hypothecaire kredieten.3 Mogelijk heeft dit te maken met de keuze van consumenten om de adviseur aan te spreken.4 Ook kan dit samenhangen met het gegeven dat de hypothecaire leennormen uit het publiekrecht een stuk gedetailleerder aangeven wanneer iemand kredietwaardig is. Er is dan een beperktere ruimte voor discussie. In het vervolg wordt daarom verder ingegaan op de uitspraken over de verstrekking van consumptieve kredieten. Bijkomend voordeel hiervan is dat de CONC de kredietgever een zekere ruimte geeft om te komen tot een eigen invulling van de kredietwaardigheidstoets. Het is daarom interessant om te zien hoe de ombudsman met deze ruimte omgaat. Voordat hierna wordt ingegaan op de drie stappen van de kredietwaardigheidstoets, wordt kort stilgestaan bij de betekenis van risicosignalen. Conform de leennormen uit de CONC, stemt de ombudsman de vereiste omvang en diepgang van de kredietwaardigheidstoetsing af op de eventuele aanwezigheid van risicosignalen.