Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/322
Medeplegen van diefstal (met braak), meermalen gepleegd. Strafmotiveringsklacht. Mocht het hof in strafverzwarende zin acht slaan op een niet aan de verdachte ten laste gelegde verdenking van een nieuw strafbaar feit?
HR 07-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:340
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 maart 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
21/00472
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1183, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2022
- Wetingang
Art. 359 Sv
Essentie
Medeplegen van diefstal (met braak), meermalen gepleegd. Hof heeft overwogen dat ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat verdachte ‘thans wederom vastzit in verband met een verdenking van diefstal’ en dat aan de verdachte (eerder) opgelegde voorwaardelijke straf en bijkomende bijzondere voorwaarden hem er ‘kennelijk niet van hebben weerhouden opnieuw de fout in te gaan’. De klacht tegen de tweede zinsnede is terecht voorgesteld, maar leidt bij gebrek aan belang niet tot cassatie.
Samenvatting
De rechter mag bij de strafoplegging rekening houden met een niet tenlastegelegd feit, onder meer als de verdachte voor dit feit onherroepelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.