Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/340
Invoer van 222 kg hasjiesj (art. 3 onder A Opiumwet). 1. Bewijsklacht opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen. Wist verdachte dat door hem vervoerde boilers (met hasjiesj) uit buitenland afkomstig waren? 2. Bewijsklacht. Kon hof aannemen dat verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij in bewezenverklaring opgenomen hoeveelheid hasjiesj binnen grondgebied van Nederland zou brengen, nu boilers zich op moment van ophalen al in Nederland bevonden? 3. Bewijsklacht. 4. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof bij strafoplegging (gevangenisstraf van 16 maanden) volstaan met strafvermindering van 2 maanden? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 07-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:283
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 maart 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01880
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:283, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:17, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2023
Essentie
Invoer van 222 kg hasjiesj (art. 3 onder A Opiumwet). 1. Bewijsklacht opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen. Wist verdachte dat door hem vervoerde boilers (met hasjiesj) uit buitenland afkomstig waren? 2. Bewijsklacht. Kon hof aannemen dat verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij in bewezenverklaring opgenomen hoeveelheid hasjiesj binnen grondgebied van Nederland zou brengen, nu boilers zich op moment van ophalen al in Nederland bevonden? 3. Bewijsklacht. 4. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof bij strafoplegging (gevangenisstraf van 16 maanden) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.