Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 97 Verlenging van de termijn voor het vaststellen van een beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2018
- Bronpublicatie:
16-05-2018, PbEU 2018, L 192 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1063)
- Inwerkingtreding
31-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, PbEU 2018, L 192 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1063)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 22, lid 3, van het wetboek)
1.
Wanneer artikel 116, lid 3, eerste alinea, van het wetboek of artikel 116, lid 3, tweede alinea, onder b), van het wetboek van toepassing is, wordt de termijn voor het vaststellen van de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding geschorst totdat de betrokken lidstaat de kennisgeving van het besluit van de Commissie heeft ontvangen dan wel de kennisgeving van de Commissie dat zij het dossier om de in artikel 98, lid 6, van deze verordening genoemde redenen terugzendt.
2.
Wanneer artikel 116, lid 3, tweede alinea, onder b), van het wetboek van toepassing is, wordt de termijn voor het vaststellen van de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding geschorst totdat de betrokken lidstaat de kennisgeving van het besluit van de Commissie over de feitelijk en juridisch vergelijkbare zaak heeft ontvangen.
3.
Wanneer de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding kan worden beïnvloed door een van onderstaande hangende administratieve of gerechtelijke procedures, kan de termijn voor het vaststellen van een beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding, met toestemming van de aanvrager, als volgt worden verlengd:
- a)
indien een zaak betreffende feitelijk en juridisch identieke of vergelijkbare gevallen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie dient overeenkomstig artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, kan de termijn voor het vaststellen van de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding worden verlengd met een periode die afloopt uiterlijk 30 dagen na de datum waarop het Hof van Justitie zijn vonnis heeft gegeven;
- b)
indien de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding afhangt van het resultaat van een verzoek om controle achteraf van het bewijs van preferentiële oorsprong dat is gedaan overeenkomstig artikel 109, 110 of 125 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 dan wel overeenkomstig de handelsovereenkomst in kwestie, kan de termijn voor het vaststellen van de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding worden verlengd met de duur van de controle zoals vermeld in de artikel 109, 110 of 125 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 dan wel in de handelsovereenkomst in kwestie, en in ieder geval met niet meer dan 15 maanden vanaf de datum van verzending van het verzoek, en
- c)
indien de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding afhangt van het resultaat van een overlegprocedure die tot doel heeft de juiste en uniforme tariefindeling of oorsprongsbepaling van de goederen in kwestie op Unieniveau te garanderen overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, kan de termijn voor het vaststellen van de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding worden verlengd met een periode die afloopt uiterlijk 30 dagen na de kennisgeving door de Commissie van de intrekking van de schorsing ten aanzien van het geven van BTI- en BOI-beschikkingen, zoals bepaald in artikel 23, lid 3, van die uitvoeringsverordening.