Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 109 Controle achteraf van attesten van oorsprong en vervangende attesten van oorsprong
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 101).
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 64, lid 1, van het wetboek)
1.
Attesten van oorsprong en vervangende attesten van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd, en tevens wanneer de douaneautoriteiten van de lidstaten gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van deze onderafdeling, onderverdelingen[lees: onderafdelingen] 3 tot en met 9 van deze afdeling en de onderafdelingen 2 en 3 van titel II, hoofdstuk 1, afdeling 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446.
Wanneer de douaneautoriteiten van een lidstaat om de medewerking verzoeken van de bevoegde autoriteiten van een begunstigd land om de geldigheid van attesten van oorsprong of de oorsprong van producten, of beide, te controleren, vermelden zij in hun verzoek, indien van toepassing, de reden waarom zij gegronde twijfel hebben over de geldigheid van het attest van oorsprong of over de oorsprong van de producten.
Een kopie van het attest van oorsprong of het vervangende attest van oorsprong en eventuele aanvullende gegevens of documenten die erop wijzen dat de gegevens op dat attest of dat vervangende attest onjuist zijn, kunnen ter ondersteuning van het verzoek om controle worden toegezonden.
De verzoekende lidstaat stelt een termijn van zes maanden vast voor de mededeling van de resultaten van de controle, met ingang van de datum van het verzoek om controle: in het geval van verzoeken aan Noorwegen en Zwitserland om een controle van een vervangend attest van oorsprong dat op hun grondgebied is opgesteld aan de hand van een attest van oorsprong dat in een begunstigd land is opgesteld, bedraagt de termijn echter acht maanden.
2.
Wanneer bij gegronde twijfel binnen de in lid 1 bedoelde termijn geen antwoord is ontvangen of het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de oorsprong van de producten vast te stellen, wordt aan de bevoegde autoriteiten een tweede schrijven gezonden. De bij dit schrijven meegedeelde verlenging van de termijn kan echter niet meer dan zes maanden bedragen. Wanneer de resultaten van de controle na dit tweede schrijven niet binnen zes maanden na de verzending van het tweede schrijven aan de verzoekende autoriteiten zijn meegedeeld of wanneer het resultaat geen uitsluitsel biedt over de echtheid van het betreffende document of over de vast te stellen oorsprong van de producten, kennen de verzoekende autoriteiten de tariefpreferenties niet toe.
3.
Wanneer er bij de in lid 1 voorziene controle of op grond van andere beschikbare gegevens aanwijzingen zijn dat inbreuk wordt gemaakt op de oorsprongsregels, stelt het begunstigde land van uitvoer, op eigen initiatief of op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten of de Commissie, met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek instellen om dergelijke inbreuken vast te stellen en een herhaling ervan te voorkomen. De Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen hiertoe aan dit onderzoek deelnemen.