Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.15.7 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2023
- Bronpublicatie:
03-07-2023, Stcrt. 2023, 18285 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 27530373)
- Inwerkingtreding
08-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2023, Stcrt. 2023, 18285 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 27530373)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De minister beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie, indien:
- a.
het project niet past binnen:
- 1⁰
de doelstelling, bedoeld in artikel 53, tweede lid, onderdeel b, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, indien de aanvrager niet hoofdzakelijk actief is in de primaire landbouwproductie;
- 2⁰
de doelstelling, bedoeld in artikel 14, derde lid, onderdelen e, f en g, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw, indien de aanvrager hoofdzakelijk actief is in de primaire landbouwproductie;
- b.
het project niet in overeenstemming is met de wetgeving van de Europese Unie en met de nationale milieubeschermingswetgeving als bedoeld in artikel 14, vijfde lid, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw;
- c.
de verlening van subsidie in strijd zou zijn met de verboden of beperkingen, bedoeld in artikel 14, tiende lid, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw;
- d.
de aanvrager kwalificeert als grote onderneming en hoofdzakelijk actief is in de primaire landbouwproductie;
- e.
de aanvrager mede actief is in de primaire landbouwproductie, en niet met passende middelen zoals een scheiding van de activiteiten of een uitsplitsing van de kosten kan aantonen dat de subsidie uitsluitend ten goede komt aan de natuurherstelmaatregel of natuurherstelmaatregelen, bedoeld in artikel 2.15.2, eerste lid;
- f.
de aanvrager een publiekrechtelijke rechtspersoon, met uitzondering van een waterschap, is;
- g.
de natuurherstelmaatregel of natuurherstelmaatregelen, bedoeld in artikel 2.15.2, eerste lid, is of zijn opgenomen in een beheerplan als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming om te worden uitgevoerd in het tijdvak, bedoeld in artikel 2.3, vierde lid, van de Wet natuurbescherming waarin de aanvraag om subsidie is ingediend;
- h.
de kwaliteit van het projectplan onvoldoende is;
- i.
de subsidiabele kosten minder dan € 25.000 bedragen;
- j.
de aanvrager die de subsidie, bedoeld in artikel 2.15.2, tweede lid, aanvraagt hoofdzakelijk actief is in de primaire landbouw;
- k.
aan het project:
- 1°
na toepassing van artikel 2.15.7a, eerste lid, op één van de onderdelen a tot en met d, nul punten is toegekend;
- 2°
na toepassing van artikel 2.15.7a, eerste lid, onderdeel e, minder dan twee punten zijn toegekend;
- l.
een document als bedoeld in artikel 2.15.10, derde lid, onderdeel g, onder 4°, ontbreekt.