Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.15.7a Rangschikkingscriteria
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
06-12-2021, Stcrt. 2021, 49292 (uitgifte: 13-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21140244)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2021, Stcrt. 2021, 49292 (uitgifte: 13-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21140244)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De Minister kent een aanvraag een hoger aantal punten toe, naarmate:
- a.
de effectiviteit van het projectplan hoger is;
- b.
de duurzaamheid van het project hoger is;
- c.
de urgentie van het project hoger is;
- d.
de efficiëntie van het project hoger is;
- e.
de haalbaarheid van het project hoger is.
2.
Voor de rangschikking wordt het aantal punten gegeven voor het eerste lid, onderdelen a en c, vermenigvuldigd met drie, voor het eerste lid, onderdelen b en d, vermenigvuldigd met twee, en vervolgens bij elkaar opgeteld.
3.
Het aantal punten bedraagt bij onderdelen a en c van het eerste lid ten hoogste vijftien punten, bij de onderdelen b en d van het eerste lid ten hoogste tien punten en bij onderdeel e van het eerste lid ten hoogste vijf punten.
4.
De Minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist, hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.
5.
De Minister verdeelt het subsidieplafond onder de aanvragen die het hoogste zijn gerangschikt.
6.
Indien aan twee of meer aanvragen voor een project dat bijdraagt aan de doelstellingen als bedoeld in artikel 2.15.2, eerste lid, in totaal een gelijk aantal punten is toegekend, rangschikt de Minister een aanvraag hoger, naarmate meer punten zijn toegekend aan respectievelijk de onderdelen a, c, b, d en e, van het eerste lid.