Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Bijlage 4.2.6
Geldend
Geldend van 01-03-2024 tot 01-04-2025
- Bronpublicatie:
23-02-2024, Stcrt. 2024, 6013 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: WJZ/ 45570775)
- Inwerkingtreding
01-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2024, Stcrt. 2024, 6013 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: WJZ/ 45570775)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
behorende bij artikel 4.2.43 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
1. MOOI-missie Elektriciteit
A. Doelstelling
De doelstelling van het onderdeel ’Elektriciteit’ binnen de subsidiemodule MOOI is om onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op de hierna genoemde innovatiethema’s te stimuleren die binnen tien jaar na start van het project tot een eerste toepassing leiden en die structureel bijdragen aan een betaalbare, betrouwbare, duurzame en veilige energievoorziening.
Onder het begrip ‘eerste toepassing’ wordt verstaan het demonstreren van de oplossing in een operationele omgeving door middel van implementatie van de innovatie binnen een gedeelte van een zonne- of windstroomsysteem. Dit hoeft nog geen grootschalige uitrol van de innovatie te zijn.
B. Innovatiethema’s
Innovatiethema 1: Innovaties die ontwikkeling van windenergie op zee versnellen en belemmeringen wegnemen
Dit innovatiethema betreft projecten voor innovaties die de ontwikkeling van windenergie op zee versnellen en belemmeringen voor die ontwikkeling wegnemen. Deze projecten omvatten in ieder geval windturbines voor productie van elektriciteit, elektrische verbindingen op zee en een aansluiting op het elektriciteitsnet op land. De systemen die nodig zijn voor de aansturing van de windturbines maken ook hier deel van uit. Daarnaast kan een windenergieproject ook het volgende omvatten: elektriciteitsopslag, installaties voor conversie van elektriciteit naar gas (voornamelijk waterstof) en transport en opslag van dat gas.
Projecten binnen dit innovatiethema bevatten ten minste één van de volgende onderzoeks- en ontwikkelrichtingen:
- 1.
innovatieve oplossingen die de integratie van grote hoeveelheden windenergie op zee in het energiesysteem verbeteren en bijdragen aan de flexibiliteit van dat systeem aan de aanbod- en vraagkant;
- 2.
innovatieve oplossingen die bijdragen aan de versnelling van de realisatie van windparken op zee waarbij de oplossing betaalbaar en veilig voor mens en omgeving moet zijn;
- 3.
innovatieve oplossingen die een positieve bijdrage leveren aan de ecologie binnen een windpark op zee of de negatieve effecten op de ecologie van het windpark op zee mitigeren;
- 4.
innovatieve oplossingen die de circulariteit verbeteren van componenten en grondstoffen die in een windpark op zee toegepast worden.
Innovatiethema 2: Arbeids- en materiaalbesparende innovaties als integraal onderdeel van hernieuwbare elektriciteitsproductie op land
Dit innovatiethema betreft projecten voor arbeids- of materiaalbesparende innovaties die een integraal onderdeel zijn van hernieuwbare elektriciteitsproductie op land. Het gaat om innovaties voor grootschalige systemen op land, infrastructuur, zoetwater (o.a. binnenwater) of op en aan gebouwen (niet zijnde woningen). Projecten binnen dit innovatiethema bevatten ten minste één van de volgende onderzoeks- en ontwikkelrichtingen:
- 1.
arbeidsbesparende innovaties die het gebruik van arbeid – voor de productie van hernieuwbare opwektechnologieën of de realisatie, onderhoud en beheer van hernieuwbare opweksystemen op land – significant verlagen of beter laten aansluiten op beschikbare vaardigheden uit andere sectoren. De innovaties dragen bij aan de opschaling van de productie en versnelling van de uitrol van volledig hernieuwbare elektriciteitsopwekking op land;
- 2.
materiaalbesparende innovaties die bijdragen aan het verlagen van het gebruik van primaire materialen en grondstoffen binnen de Balance of System (BoS) van zonnestroomsystemen. De Balance of System (BoS) omvat alle onderdelen van een zonnestroomsysteem behalve de zonnepanelen, zoals dragende constructie, bekabeling, omvormers, of installatiemateriaal. Dit kan in elk geval door minder materiaal en grondstoffen te gebruiken of verliezen, door de repareerbaarheid en herbruikbaarheid te verhogen of bijvoorbeeld door componenten op materiaal of grondstof niveau beter te kunnen scheiden of demonteren voor hoogwaardig recyclen binnen de toeleveranciersketen. Hiermee wordt bijgedragen aan de circulariteit van de uitrol van volledig hernieuwbare elektriciteitsopwekking.
Buiten de reikwijdte van dit innovatiethema vallen de volgende innovaties:
- •
innovaties die gericht zijn op woningen en voer- en vaartuigen;
- •
arbeids- of materiaalbesparende innovaties op het gebied van het produceren van zonnecellen of -modules.
Innovatiethema 3: Innovaties gericht op meervoudig ruimtegebruik bij hernieuwbare elektriciteitsproductie op land
Dit innovatiethema betreft projecten voor innovaties die bijdragen aan het zo optimaal mogelijk gebruik maken van de beschikbare ruimte door gebruiks- en toepassingsfuncties te combineren met duurzame energieproductie. Dit zijn innovatieve concepten voor hernieuwbare elektriciteitsopwekking gecombineerd met natuurherstel of agrarische productie, infrastructuur, parkeerplaatsen, gebouwen en bijvoorbeeld recreatie. Afhankelijk van de toepassing gaat het in elk geval om bescherming van gewassen tegen weersinvloeden, verbetering lichtcondities van een locatie, combinaties met agrobots of vergaande geautomatiseerde land- en tuinbouw en waterberging mogelijkheden. Aangezien dergelijke toepassing plaats heeft binnen een complexe omgeving moet er voldoende aandacht zijn voor aspecten rond normering, regelgeving, vergunningverlening, lokale betrokkenheid en beheer.
Projecten binnen dit innovatiethema betreffen grootschalige systemen op land, voor infrastructuur, in zoetwater (o.a. binnenwater) of op en aan gebouwen (niet zijnde woningen).
Buiten de reikwijdte van dit innovatiethema vallen innovaties die gericht zijn op woningen en voer- en vaartuigen.
2. MOOI-missie Gebouwde omgeving
A. Doelstelling
De doelstelling van het onderdeel ‘Gebouwde Omgeving’ binnen de subsidiemodule MOOI is om onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op de hierna genoemde innovatiethema’s te stimuleren die binnen vijf jaar na start van het project tot een eerste toepassing leiden en bijdragen aan een betaalbare verduurzaming van de gebouwde omgeving met een betrouwbaar energiesysteem.
Onder het begrip ‘eerste toepassing’ wordt verstaan het demonstreren van de oplossing in een operationele omgeving door middel van implementatie van de innovatie binnen een gebouw of gedeelte van een woonwijk, bedrijventerrein of andere omgeving. Dit hoeft nog geen grootschalige uitrol van de innovatie te zijn.
B. Innovatiethema’s
Innovatiethema 1: Innovatieve verduurzamingsoplossingen voor de verduurzamingsopgave van de bestaande gebouwde omgeving
Dit innovatiethema betreft projecten voor innovatieve verduurzamingsoplossingen voor de verduurzamingsopgave van de bestaande gebouwde omgeving. Een verduurzamingsoplossing omvat:
- 1.
een combinatie van producten, diensten of processen die gezamenlijk een aanpak vormen, waardoor verduurzamingsmaatregelen makkelijker, sneller en goedkoper geïmplementeerd kunnen worden; of
- 2.
branchebrede oplossingen waardoor één of meerdere type verduurzamingsmaatregelen makkelijker, sneller en goedkoper geïmplementeerd kunnen worden.
Verduurzamingsoplossingen kunnen betrekking hebben op:
- A.
verschillende doelgroepen in de gebouwde omgeving, namelijk:
- i.
eigenaren van grondgebonden en gestapelde woningen (particuliere eigenaren, verenigingen van eigenaars, woningcorporaties en particuliere of commerciële verhuur);
- ii.
eigenaren van kantoren, niet-industriële bedrijfshallen, winkels, onderwijsvastgoed, gebouwen in de gezondheidszorg en sportaccommodaties;
- B.
een gebiedsgerichte aanpak (gericht op buurt, wijk of bedrijventerrein).
Buiten de reikwijdte van dit innovatiethema vallen projecten waarbij producten, diensten of processen worden ontwikkeld die gerelateerd zijn aan waterstof of groen gas.
Innovatiethema 2: Innovaties die bijdragen aan een toekomstbestendig energiesysteem voor woonwijken, bedrijventerreinen, kantoor- of winkelgebieden
Dit innovatiethema betreft projecten voor innovaties die bijdragen aan een toekomstbestendig energiesysteem voor woonwijken, bedrijventerreinen, kantoor- of winkelgebieden. Een toekomstbestendig energiesysteem:
- •
betreft het energiesysteem voor bestaande woonwijken, bedrijventerreinen, kantoor- of winkelgebieden;
- •
omvat een combinatie van installaties voor de productie van hernieuwbare energie (elektriciteit, warmte, koude), de distributie en aflevering ervan aangevuld met opslag (elektriciteit, warmte en/of koude) en eventueel met conversie van hernieuwbare elektriciteit in een gebied; en
- •
speelt in op de toekomstige energievraag van de in dat gebied aanwezige gebouwen (verwarming en koeling) en andere (toekomstige) functies in het gebied, zoals (productie)processen en de groeiende energievraag van elektrisch vervoer.
Buiten de reikwijdte van dit innovatiethema vallen projecten waarin producten, diensten of processen worden ontwikkeld die gerelateerd zijn aan waterstof of groen gas.
3. MOOI-missie Industrie
A. Doelstelling
De doelstelling van het onderdeel ‘Industrie’ binnen de subsidiemodule MOOI is om onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op de hierna genoemde innovatiethema’s te stimuleren die binnen tien jaar na start van het project tot een eerste toepassing leiden en bijdragen aan een betaalbare transitie naar een duurzame, klimaatneutrale en circulaire industrie die geïntegreerd is in het energiesysteem.
Onder het begrip ‘eerste toepassing’ wordt verstaan het demonstreren van de oplossing in een operationele omgeving door middel van implementatie van de innovatie binnen een gedeelte van een industrieel proces. Dit hoeft nog geen grootschalige uitrol van de innovatie te zijn.
B. Innovatiethema’s
Innovatiethema 1: Procesvernieuwing door middel van elektrificatie en keteninnovaties
Dit innovatiethema betreft projecten voor procesvernieuwing door middel van elektrificatie en keteninnovaties. Projecten binnen dit innovatiethema bevatten ten minste één van de volgende onderzoeks- en ontwikkelrichtingen:
- 1.
nieuwe CO2-emissievrije productieroutes en scheidingsprocessen binnen de industrie en aanpassingen die elektrische processen inpasbaar maken in een energiesysteem met een grootschalig variabel elektriciteitsaanbod. Hieronder vallen innovaties die elektrificatie van hoge temperatuurwarmte mogelijk maken, die flexibele operatie van elektrisch gedreven processen ontsluiten, die de duurzaamheid van de energie borgen, en die de daarbij de fysieke en cybersecurity versterken. Het gaat hierbij om nieuwe procestechnologie en digitale technieken. Procestechnologische innovaties kunnen gericht zijn op de ontwikkeling van diverse nieuwe geïntegreerde elektrische verwarmingsmethoden en de inpassing daarvan in processen. Ook kunnen deze gericht zijn op het direct gebruik van elektriciteit om het beoogde fysische of chemische proces aan te drijven, in plaats van via conversie tot hoge temperatuurwarmte. Met dit laatste kunnen naast CO2-emissiereductie ook grote (energie)efficiency- dan wel flexibiliteitsvoordelen worden behaald;
- 2.
(systeem)innovaties voor elektrificatie binnen de industrie gericht op de koppeling van vraag en aanbod van elektriciteit en het ontsluiten van flexibiliteit. Hieronder vallen randvoorwaardelijke innovaties, zoals vernieuwende methodes en oplossingen op het gebied van regulering, gedrag en businessmodellen. Ook in aanmerking komt technologie (hard- en software), waarmee split-incentives in de waardeketen doorbroken worden of die (datagestuurde) optimalisatie over de keten van elektriciteitsaanbod, -transport en -gebruik mogelijk maken. Naast energie-optimalisatie kan dit ook optimalisatie van logistieke stromen of van productstromen betreffen. Het gaat om innovaties die flexibiliteit realiseren in de keten van energieopwekking, infrastructuur en industriële productie. De benodigde installaties moeten zodanig ontworpen zijn dat het flexibel werken ervan niet de fysieke en cybersecurity en betrouwbaarheid van de bedrijfsvoering in gevaar brengt.
Buiten de reikwijdte van dit innovatiethema vallen projecten gericht op:
- •
oplossingen voor de verduurzaming van de bestaande lage temperatuur warmtevoorziening met warmtepompen of e-boilers;
- •
de productie van waterstof via elektrolyse.
Innovatiethema 2: Duurzame grondstoffen en tussenproducten gebaseerd op CO en CO2
Dit innovatiethema betreft projecten voor innovaties met betrekking tot duurzame grondstoffen en tussenproducten gebaseerd op CO en CO2. Projecten binnen dit innovatiethema zijn gericht op onderzoek en ontwikkeling van conversieprocessen en verbetering daarvan voor CO en CO2 naar bulk en platform chemicaliën en systeeminnovaties voor circulaire koolstofketens gericht op langdurige koolstofvastlegging of -circulariteit. Hieronder vallen conversie- en scheidingsprocessen die bij voorkeur elektrisch gedreven worden. Bij deze omzettingsroutes is een significante verbetering van energie- en conversie-efficiëntie vereist vergeleken met bestaande processen. Systeeminnovaties op het gebied van circulaire koolstofketens kunnen worden meegenomen in het project wanneer deze daar een logisch onderdeel van uitmaken. Systeeminnovaties behelzen hier in elk geval vernieuwende methoden en technieken voor fraudebestendige traceerbaarheid, en decision support tools voor circulaire waardeketens van koolstof. Hieronder vallen ook modellering en digitale technieken die de levenscyclus van grondstoffen en producten voorspellen en volgen door de keten. Ook innovaties die nieuwe businessmodellen voor circulaire waardeketens mogelijk maken komen in aanmerking.
Buiten de reikwijdte van dit innovatiethema vallen projecten gericht op:
- •
mechanische recycling en chemische recycling van kunststofstromen;
- •
de tijdelijke of permanente opslag van CO2, inclusief projecten gericht op negatieve emissies die daarbij gebruik maken van CCS.
Innovatiethema 3: Ontwikkeling van duurzame ketens voor productie van bouwstenen en toepassingen voor polyester biopolymeren op basis van koolhydraten (NGF BioBased Circular)
Dit innovatiethema geeft invulling aan het Nationaal Groeifondsprogramma BioBased Circular2.. Het thema betreft projecten voor innovaties met betrekking tot meerdere onderdelen van de waardeketen in Nederland voor kunststofproducten op basis van koolhydraatrijke biogrondstoffen (hierna: biogebaseerd). Het gaat bij biogebaseerde kunststofproducten om producten van kunststof, coatings of andere materialen op basis van biogebaseerde polyesters. Deze kunnen worden toegepast in onder andere de bouw en interieur, textiel of verpakkingen.
3a. Circulair ontwerpen van producten
Dit subthema betreft het integreren van biogebaseerde materialen in sectoren zoals de bouw en interieur, textiel of verpakkingen door het ontwerpen of opnieuw ontwerpen van bestaande producten en het ontwikkelen van nieuwe producten met circulaire ontwerpprincipes. Het gaat om ontwikkeling en validatie op multi-kg schaal van nieuwe biogebaseerde materialen en applicatie daarvan.
Deze biogebaseerde materialen zijn gebaseerd op nieuwe biogebaseerde polyester kunststoffen, of op biogebaseerde polyester kunststoffen die reeds in ontwikkeling zijn, zoals PEF, PLA en PHA, bijvoorbeeld door specifieke aanpassingen van de structuur van deze opkomende biogebaseerde polyester kunststoffen.
3b. Nieuwe generatie bouwstenen en biopolyesters
Dit subthema betreft het ontwikkelen van een nieuwe generatie biogebaseerde bouwstenen (zoals polyolen, dicarbonzuren of hydroxycarbonzuren) en polyesters die daaruit worden gemaakt, waarvan de biogebaseerde routes voor productie nog niet gangbaar zijn, en die verbeterde functionaliteit en recycleerbaarheid of biodegradeerbaarheid hebben waar mogelijk. De ontwikkelde bouwstenen en polyesters dienen tijdens het project gevalideerd te worden in applicaties voor sectoren zoals de bouw en interieur, textiel en verpakkingen. De ontwikkeling moet aan het einde van het beoogde project leiden tot een conceptuele productietechnologie, gevalideerd op TRL5-niveau in een relevante omgeving, en productie van eerste monsters op kg-schaal.
3c. Duurzame biogrondstoffen
Dit subthema betreft het ontwikkelen van een of meerdere nieuwe biogrondstoffen voor omzetting in de in subthema 3b genoemde bouwstenen voor polyesters.
Het gaat om de volgende biogrondstoffen:
- •
eerste generatie biogrondstoffen uit bestaande gewassen (ook wel primaire gewassen genoemd), zoals suikerbiet, mais, en granen. Projecten die eerste generatie biogrondstoffen uit bestaande gewassen betreffen, moeten zijn gericht op het verlagen van de kostprijs van deze biogrondstoffen tegen de juiste kwaliteit van suikers voor de beoogde toepassing;
- •
biogrondstoffen uit nieuwe gewassen, zoals sorghum, hennep, miscanthus, algen, azolla, lupine en cichorei;
- •
tweede generatie biogrondstoffen uit:
- o.
reststromen uit de landbouw, landschapsbeheer en bosbeheer;
- o.
bijproducten uit de verwerking van landbouwproducten of voedingsindustrie (agri-food processing); of
- o.
heterogene reststromen in de vorm van laagwaardig, heterogeen afval, zoals GFE/GFT, slib en mest.
Voetnoten
https://www.biobasedcircular.com/ .