De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht
Einde inhoudsopgave
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/6.1:6.1 Inleiding
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/6.1
6.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J.P. Schild, datum 06-11-2012
- Datum
06-11-2012
- Auteur
mr. A.J.P. Schild
- JCDI
JCDI:ADS388879:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op 19 november 1985 viel de Franse mededingingsautoriteit tegelijkertijd bij zesenvijftig bouwbedrijven binnen. Men vermoedde dat sprake was geweest van grootschalige malversaties bij overheidsaanbestedingen. Bij de actie werden enige duizenden documenten in beslag genomen. De invallen vonden plaats op grond van twee wettelijke bepalingen die de ambtenaren van de mededingingsautoriteiten de bevoegdheid gaven om bij elk bedrijf binnen te mogen treden en ieder document dat zich daar bevond in beslag te mogen nemen.
Op grond van de in beslag genomen documenten werden een groot aantal boetes opgelegd, onder andere aan de vennootschap Colas Est. Colas Est c.s. betwistten de legitimiteit van de invallen, eerst bij de Franse rechter en vervolgens bij het EHRM. Colas Est c.s. klaagden dat, nu de invallen waren verricht zonder specifieke rechtelijke machtiging vooraf, art. 8 EVRM was geschonden. Deze klacht wierp in Straatsburg de vraag op of bedrijfsruimten ook onder het begrip home uit art. 8 EVRM vallen. Kunnen rechtspersonen aanspraak maken op bescherming van het ‘huisrecht’ zoals dat wordt gewaarborgd door art. 8 EVRM?