Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
Afdeling 10.2 Taken en instructies
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Artikel 10.4 (actualisatie zwemwaterprofiel) [artikel 2.24, eerste lid, van de Omgevingswet]
Dit artikel implementeert artikel 6, tweede lid, van de zwemwaterrichtlijn. Het zwemwaterprofiel moet op grond van artikel 3.6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving aan bepaalde eisen voldoen. Conform dat artikel wordt voor iedere zwemlocatie een zwemwaterprofiel opgesteld in overeenstemming met bijlage III bij de zwemwaterrichtlijn. In deze bijlage staan ook de aspecten die moeten worden meegenomen en de frequentie waarmee het zwemwaterprofiel moet worden geactualiseerd. De frequentie van het actualiseren is verschillend naar gelang de klasse-indeling van de zwemlocatie. Het opstellen van het zwemwaterprofiel ziet op de kwaliteit van het zwemwater en is een taak van de beheerder van het oppervlaktewaterlichaam waarin de zwemlocatie is gelegen.
Artikel 10.5 (overleg bij aanwijzing zwemlocaties) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet]
Artikel 2.30, onder a, van de Omgevingswet biedt de grondslag om gedeputeerde staten te verplichten tot het aanwijzen van zwemlocaties. Dit artikel is opgenomen ter uitvoering van de zwemwaterrichtlijn. In artikel 3.2, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de verplichting voor gedeputeerde staten opgenomen om jaarlijks zwemlocaties aan te wijzen uit de lijst met plaatsen waar naar hun oordeel door een groot aantal mensen wordt gezwommen.
In dit artikel wordt ter implementatie van artikel 10 van de zwemwaterrichtlijn afstemming met de bevoegde Duitse of Belgische autoriteiten geregeld als sprake is van het aanwijzen van grensvormende of grensoverschrijdende wateren als zwemlocaties. Gedeputeerde staten zijn in dat geval gehouden deze autoriteiten te raadplegen. Dit artikel is een voortzetting van de raadplegingplicht die voorheen bestond in artikel 10c, tweede lid, van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.
Artikel 10.6 (overleg bestuursorgaan voorafgaand aan instructie) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet]
Net als in artikel 10.3 van dit besluit is de kern van deze bepaling dat bestuurlijk overleg plaatsvindt voordat een instructie wordt gegeven aan een bestuursorgaan.
De artikelen 2.33, 2.34 en in het voorkomende geval 19.16 van de Omgevingswet bepalen de reikwijdte van de instructie. Wie bevoegd gezag is, is afhankelijk van de bevoegdheid waarop de instructie ziet. Afhankelijk van de instructie kan bestuurlijk overleg worden gevoerd met of het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad, het dagelijks of het algemeen bestuur van een waterschap, of gedeputeerde staten of provinciale staten.