Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 19.16 (instructiebesluit bij gevaar voor waterstaatswerken)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Gedeputeerde staten kunnen, als naar hun oordeel een waterschapsbestuur niet of niet voldoende optreedt bij gevaar voor waterstaatswerken, aan dat bestuur een instructie geven als bedoeld in artikel 2.33.
2.
Als dit vanwege spoedeisende omstandigheden nodig is, kan de commissaris van de Koning die instructie geven, zolang het gevaar voortduurt en gedeputeerde staten van die bevoegdheid geen gebruik maken.
3.
Op een instructie als bedoeld in het eerste en tweede lid is artikel 2.36, eerste lid, aanhef en onder a, van toepassing.
4.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat kan aan het waterschapsbestuur een instructie geven als bedoeld in artikel 2.34 als naar zijn oordeel:
- a.
gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning ten onrechte niet of niet voldoende gebruikmaken van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste of tweede lid, en
- b.
het waterschapsbestuur niet of niet voldoende optreedt bij gevaar voor een primaire waterkering.
5.
Op een instructie als bedoeld in het vierde lid is artikel 2.36, tweede lid, aanhef en onder a, van toepassing.