Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/549
Profijtontneming, w.v.v. uit andere strafbare feiten a.b.i. art. 36e lid 3 Sr. O.g.v. art. 36e lid 3 Sr kan ontnemingsmaatregel mede worden opgelegd indien aannemelijk is dat in die bepaling bedoelde 'andere strafbare feiten' op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat betrokkene w.v.v. heeft verkregen. Art. 36e lid 3 Sr stelt niet de eis dat die 'andere strafbare feiten' door betrokkene moeten zijn begaan. Het beoordelingskader van art. 36e lid 2 Sr is dus niet op art. 36e lid 3 Sr van toepassing. V.zv. middel op andersluidende rechtsopvatting berust, faalt het.
HR 11-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:686
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 mei 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/04718
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:686, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:462, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2021
Essentie
Profijtontneming, w.v.v. uit andere strafbare feiten a.b.i. art. 36e lid 3 Sr. O.g.v. art. 36e lid 3 Sr kan ontnemingsmaatregel mede worden opgelegd indien aannemelijk is dat in die bepaling bedoelde 'andere strafbare feiten' op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat betrokkene w.v.v. heeft verkregen. Art. 36e lid 3 Sr stelt niet de eis dat die 'andere strafbare feiten' door betrokkene moeten zijn begaan. Het beoordelingskader van art. 36e lid 2 Sr is dus niet op art. 36e lid 3 Sr van toepassing. V.zv. middel op andersluidende rechtsopvatting berust, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.