Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/752
Art. 31 Vluchtelingenverdrag en ontvankelijkheid OM.
HR 28-05-2013, ECLI:NL:HR:2012:BY8956
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 mei 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, J. Wortel, N. Jörg
- Zaaknummer
11/00758
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- LJN
BY8956
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY8956, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑2013
ECLI:NL:HR:2012:BY8956, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY8956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2012
Essentie
Art. 31 Vluchtelingenverdrag en ontvankelijkheid OM.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 januari 2011, nummer 22/003034-10, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bij arrest van 31 januari 2011, de verdachte ter zake van '1. in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet dat het vervalst is' en '2. in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het vervalst is', veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.