Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 7 Maatregelen ter bestrijding van het witwassen van zwart geld
Geldend
Geldend vanaf 29-09-2003
- Bronpublicatie:
15-11-2000, Trb. 2004, 34 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-09-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2000, Trb. 2004, 34 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Algemeen
1.
Elke Staat die partij is:
- a.
vormt een alomvattend nationaal regime voor regelgeving en toezicht voor bancaire en niet-bancaire financiële instellingen en, waar nodig, andere lichamen die in het bijzonder vatbaar zijn voor witwassen, die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, teneinde alle vormen van witwassen te ontmoedigen en op te sporen, en dat regime zal de nadruk leggen op voorwaarden ten aanzien van klantenidentificatie, documentbeheer en het melden van verdachte transacties;
- b.
verzekert, onverminderd de artikelen 18 en 27 van dit Verdrag, dat bestuurlijke, regelgevende, rechtshandhavende en andere autoriteiten voor de bestrijding van het witwassen (met inbegrip van, indien van toepassing volgens het nationale recht, gerechtelijke autoriteiten) in staat zijn samen te werken en informatie uit te wisselen op nationaal en internationaal niveau overeenkomstig de door zijn nationale recht omschreven voorwaarden en overweegt daartoe de oprichting van een financiële informatie-eenheid die fungeert als nationaal centrum voor het verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie over mogelijke witwastransacties.
2.
De Staten die partij zijn, overwegen geschikte maatregelen te effectueren om bewegingen van contant geld en verhandelbare waardepapieren over hun grenzen op te sporen en te volgen, met inachtneming van informatiebeveiligingsmaatregelen en zonder op enigerlei wijze de bewegingen van legaal kapitaal te belemmeren. Deze maatregelen kunnen de voorwaarde omvatten dat personen en ondernemingen grensoverschrijdende transacties van aanzienlijke hoeveelheden contant geld en verhandelbare waardepapieren melden.
3.
Bij het vormen van een nationaal regime voor regelgeving en toezicht volgens de voorwaarden van dit artikel en onverminderd enig ander artikel van dit Verdrag, wordt de Staten die partij zijn verzocht de desbetreffende initiatieven van regionale, interregionale en multilaterale organisaties ter bestrijding van witwassen als richtlijn te hanteren.
4.
De Staten die partij zijn, spannen zich in om een mondiale, regionale, subregionale en bilaterale samenwerking tussen gerechtelijke, rechtshandhavende en financieel-regelgevende autoriteiten te ontwikkelen en te bevorderen teneinde het witwassen te bestrijden.