Einde inhoudsopgave
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Artikel 18 [Intrekking vergunning]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1998
- Bronpublicatie:
14-05-1998, Stb. 1998, 302 (uitgifte: 02-06-1998, kamerstukken: 24811)
- Inwerkingtreding
01-10-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-1998, Stb. 1998, 475 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
1.
Onze Minister trekt een vergunning in:
- a.
indien de gegevens die met het oog op de verkrijging van de vergunning zijn verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig blijken dat op het verzoek een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste of volledige gegevens bekend zouden zijn geweest;
- b.
indien niet langer wordt voldaan aan een der eisen gesteld bij of krachtens artikel 16.
2.
Onze Minister kan een vergunning intrekken:
- a.
indien de vergunninghouder het bepaalde bij of krachtens de artikelen 20 tot en met 23, dan wel het bepaalde bij de artikelen 8 of 32 niet heeft nageleefd;
- b.
indien de vergunninghouder gedurende ten minste twee jaren geen bemiddeling inzake de opneming van een buitenlands kind heeft voltooid.