Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 34d [Overgangsrecht betreffende voortgebracht immaterieel activum]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Redactionele toelichting
Lid 1 (oud) vindt voor het laatst toepassing m.b.t. het laatste boekjaar dat eindigt vóór 01-07-2021.
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 544 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34552)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 544 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34552)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Innovatiebox
Vennootschapsbelasting / Algemeen
1.
Een immaterieel activum dat de belastingplichtige vóór 1 januari 2017 doch na 31 december 2006 heeft voortgebracht waarvoor aan de belastingplichtige een octrooi of kwekersrecht is verleend en waarvan de te verwachten voordelen in belangrijke mate hun oorzaak vinden in het aan de belastingplichtige verleende octrooi of kwekersrecht, wordt voor de toepassing van afdeling 2.3 en de daarop berustende bepalingen aangemerkt als een kwalificerend immaterieel activum.
2.
Bij het bepalen van de breuk, bedoeld in artikel 12bb, eerste lid, worden met betrekking tot een kwalificerend immaterieel activum waarop artikel 12b toepassing vindt, voor de periode voorafgaand aan het eerste boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2017 alleen de vier boekjaren in aanmerking genomen die daaraan direct voorafgaan, en wordt voor die boekjaren:
- a.
onder de kwalificerende uitgaven ten behoeve van het voortbrengen van het kwalificerende immateriële activum verstaan: de in die boekjaren in aanmerking genomen kosten van het ten behoeve van het kwalificerende immateriële activum door de belastingplichtige zelf verrichte speur- en ontwikkelingswerk, vermeerderd met de in aanmerking genomen kosten van het ten behoeve van het kwalificerende immateriële activum direct of indirect uitbesteden van speur- en ontwikkelingswerk aan niet met de belastingplichtige verbonden lichamen;
- b.
onder de totale uitgaven ten behoeve van het voortbrengen van het kwalificerende immateriële activum verstaan: alle in die boekjaren in aanmerking genomen kosten van ten behoeve van het kwalificerende immateriële activum verricht speur- en ontwikkelingswerk.
3
Bij de toepassing van het tweede lid is artikel 12bb, zesdeen achtste lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat daarbij voor uitgaven wordt gelezen: kosten.
4
Bij een immaterieel activum waarop in het boekjaar dat begint op of na 1 januari 2017 artikel 12b, zoals dat luidde op 31 december 2016, van toepassing is gebleven, worden, indien artikel 12b, zoals dat luidde op 31 december 2016, vanaf enig boekjaar niet meer van toepassing is en dat activum een kwalificerend immaterieel activum vormt, voor de bepaling van de breuk, bedoeld in artikel 12bb, eerste lid, de uitgaven die zijn gedaan in de boekjaren die zijn aangevangen vóór 1 januari 2017 niet in aanmerking genomen. Indien de totale uitgaven, bedoeld in artikel 12bb, zevende lid, voor het kwalificerende immateriële activum door de toepassing van de eerste volzin nihil bedragen, wordt de breuk, bedoeld in artikel 12bb, gesteld op 1. Bij de vaststelling of artikel 12b, zoals dat luidde op 31 december 2016, vanaf enig boekjaar niet meer van toepassing is, blijft buiten beschouwing dat de voordelen voor 9/H gedeelte in aanmerking worden genomen.
5
Artikel 12bg vindt geen toepassing voor zover de in de administratie op te nemen gegevens betrekking hebben op boekjaren die zijn aangevangen vóór 1 januari 2017.