Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 33a [Sanctiebepaling stamrechtvrijstelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
12-12-1991, Stb. 1991, 697 jo Stb. 1991, 698 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
12-12-1991, Stb. 1991, 697 jo Stb. 1991, 698 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21198 Overheid.nl: 21198)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-1991, Stb. 1991, 697 jo Stb. 1991, 698 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
12-12-1991, Stb. 1991, 697 jo Stb. 1991, 698 (uitgifte: 24-12-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
1
Voor een recht dat periodieke uitkeringen of verstrekkingen oplevert (stamrecht) waarop het met ingang van 1 januari 1992 vervallen artikel 19 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, dan wel het met ingang van die datum vervallen artikel 44j, derde lid, van die wet is toegepast, blijft het met ingang van die datum vervallen artikel 23a van kracht.
2
Het eerste lid is niet van toepassing indien het stamrecht is bedongen vóór 1 januari 1973.