Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone wegvoertuigen ter ondersteuning van emissiearme mobiliteit
Artikel 4 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 188 (uitgifte: 12-07-2019, regelingnummer: 2019/1161)
- Inwerkingtreding
01-08-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 188 (uitgifte: 12-07-2019, regelingnummer: 2019/1161)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Energierecht (V)
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1)
‘aanbestedende diensten’: aanbestedende diensten als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/24/EU en artikel 3 van Richtlijn 2014/25/EU;
- 2)
‘aanbestedende instanties’: aanbestedende instanties als gedefinieerd in artikel 4 van Richtlijn 2014/25/EU;
- 3)
‘wegvoertuig’: een voertuig van categorie M of N als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EU) 2018/858;
- 4)
‘schoon voertuig’:
- a)
een voertuig van categorie M1, M2 of N1 met een maximale uitlaatemissie, uitgedrukt in gram CO2/km, en verontreinigende emissies in echte rijomstandigheden die lager zijn dan een percentage van de in tabel 2 van de bijlage vastgestelde toepasselijke emissiegrenzen, of
- b)
een voertuig van categorie M3, N2 of N3 dat alternatieve brandstoffen gebruikt als gedefinieerd in artikel 2, punten 1 en 2, van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), met uitzondering van brandstoffen geproduceerd met grondstoffen met een hoog risico op indirecte veranderingen in landgebruik waarvoor een belangrijke uitbreiding van het productiegebied naar land met hoge koolstofvoorraden waar te nemen valt in overeenstemming met artikel 26 van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2). In het geval van voertuigen die vloeibare biobrandstoffen, synthetische brandstoffen en paraffinehoudende brandstoffen gebruiken, mogen die brandstoffen niet worden gemengd met conventionele fossiele brandstoffen;
- 5)
‘emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig’: een schoon voertuig als gedefinieerd in punt 4, onder b), van dit artikel zonder interne verbrandingsmotor, of met een interne verbrandingsmotor met emissies van minder dan 1 g CO2/kWh als gemeten in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, of met emissies van minder dan 1 g CO2/km als gemeten in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad (4) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.
Voetnoten
Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PB L 307 van 28.10.2014, blz. 1).
Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1).;