Einde inhoudsopgave
Telecommunicatiewet
Artikel 20.4 [Overgangsrecht (rand)apparaten en vergoedingen]
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2006
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 593 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30027)
- Inwerkingtreding
13-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2006, Stb. 2006, 621 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Apparaten die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in gebruik zijn bij de houder van de concessie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, ten dienste van de uitoefening van de aan de houder van de concessie opgedragen taken, worden, voorzover deze niet voldoen aan het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 10 van deze wet, geacht te voldoen aan het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 10.