De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/6.2.0:6.2.0 Introductie
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/6.2.0
6.2.0 Introductie
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS371062:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De heffing bij verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland vindt, anders dan de emigratieheffing, plaats ten aanzien van een reeds in het buitenland wonende aanmerkelijkbelanghouder. De heffing wordt immers uitsluitend toegepast ten aanzien van buitenlands belastingplichtigen. Het belastingverdrag met de nieuwe woonstaat is dus zonder meer van toepassing.
Toepassing van de zetelverplaatsingheffing door Nederland kan uitsluitend aan de orde komen indien het toepasselijke belastingverdrag het heffingsrecht over aanmerkelijkbelangvervreemdingsvoordelen toewijst aan Nederland. Aangezien de vennootschap in Nederland is gevestigd, zal dit onder de meeste belastingverdragen het geval zijn voor een termijn van vijf of tien jaar na emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder uit Nederland. Of Nederland binnen de verdragstermijn de zetelverplaatsingheffing ook daadwerkelijk kan toepassen, hangt af van de uitleg van het in het aanmerkelijkbelangvoorbehoud opgenomen begrip ‘voordelen die voortvloeien uit een vervreemding’. Ingevolge artikel 3, lid 2, OESO-modelverdrag is in beginsel een dynamische verdragsinterpretatie vereist, maar deze vindt haar grens in de context van het verdrag. Duidelijk is dat Nederland met de fictieve vervreemding bij ze-telverplaatsing, vergeleken met de vóór 1997 geldende aanmerkelijkbelangregeling, het vervreemdingsbegrip in de nationale wet heeft uitgebreid.