De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/6.2.3:6.2.3 Conclusie zetelverplaatsingheffing
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/6.2.3
6.2.3 Conclusie zetelverplaatsingheffing
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS366226:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit het voorgaande kan de opmerkelijke conclusie worden getrokken dat juist onder het verdrag met België 2001 en de overige verdragen met een aanmerkelijkbelangvoorbehoud ‘nieuwe stijl’, vaststaat dat toepassing van de zetelverplaatsingheffing – behoudens gevallen van pre-1997-emigranten – niet mogelijk is. De verenigbaarheid van de zetelverplaatsingheffing met de vóór 1997 gesloten belastingverdragen is niet zeker; dit hangt af van de interpretatie van het begrip ‘vervreemding’ en daarmee mede van de vraag of de doorwerking van deze fictieve vervreemding in strijd moet worden geacht met de bij de interpretatie van belastingverdragen in acht te nemen goede trouw. Anders dan de emigratieheffing kan de zetelverplaatsingheffing niet reeds op grond van artikel 13, lid 5, OESO-modelverdrag geoorloofd worden geacht, maar, gelet op de in de fictiefloon- en pensioenemigratiearresten gehanteerde criteria, maakt zij toch een goede kans. Met betrekking tot de vanaf 1997 gesloten belastingverdragen met een aanmerkelijkbelangvoorbehoud conform het NSV, maar met een tienjaarstermijn, kan de zetelverplaatsingheffing naar mijn mening worden toegepast.