Einde inhoudsopgave
Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005
Artikel 11a
Geldend
Geldend van 01-07-2017 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
06-04-2017, Stcrt. 2017, 20898 (uitgifte: 02-05-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/186143)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-04-2017, Stcrt. 2017, 20898 (uitgifte: 02-05-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/186143)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
Overheidsfinanciën / Algemeen
1.
Projectsubsidie als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van het besluit, kan worden verleend voor het collectief saneren van gevallen van ernstige verontreiniging van bedrijfsterreinen waarbij door de coördinerende rechtspersoon uit de projectsubsidie een korting wordt verstrekt ten behoeve van de kosten van sanering van een bedrijfsterrein indien in ieder geval voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a.
de verontreiniging op of in de bodem van het bedrijfsterrein is geheel of gedeeltelijk veroorzaakt voor 1975;
- b.
de eigenaar of erfpachter van het bedrijfsterrein heeft de eigendom onderscheidenlijk de erfpacht voor 1 januari 1995 verworven; het bepaalde in artikel 11, vierde lid, van het besluit is van overeenkomstige toepassing;
- c.
de aanmelding, bedoeld in artikel 12 van het besluit, vindt plaats via de coördinerende rechtspersoon voor 1 januari 2008, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat door bijzondere omstandigheden aanmelding voor die datum niet mogelijk was;
- d.
de sanering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de wet;
- e.
een saneringsplan als bedoeld in artikel 39 van de wet dan wel een melding op grond van artikel 39b, derde lid, van de wet is uiterlijk op 31 december 2023 bij de bestuursorganen, bedoeld in artikel 26 van het besluit ingediend.
- f.
er zullen op grond van artikel 75, eerste, derde en zesde lid van de wet door de Staat geen kosten verhaald worden op degene aan wie de korting wordt verstrekt, met dien verstande dat dit niet geldt voor dat deel van de korting dat het kostenverhaal te boven gaat;
- g.
er is niet reeds eerder subsidie op grond van het besluit of korting als bedoeld in dit artikel vastgesteld voor een sanering van hetzelfde geval van verontreiniging of voor hetzelfde afzonderlijke gedeelte van het geval van verontreiniging;
- h.
er is niet uit andere hoofde een overheidsbijdrage voor de bodemsaneringsactiviteiten verstrekt en deze zal ook niet worden verstrekt;
- i.
er is niet op het moment van de beslissing omtrent verlening van de korting reeds een aanvang gemaakt met de uitvoering van de sanering waarop de korting betrekking heeft.
2.
Projectsubsidie als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van het besluit kan voorts worden verleend voor het collectief saneren van gevallen van ernstige verontreiniging van bedrijfsterreinen waarbij door de coördinerende rechtspersoon uit de projectsubsidie een korting wordt verstrekt ten behoeve van de kosten van sanering van een bedrijfsterrein indien sprake is van:
- a.
gevallen van ernstige verontreiniging die geheel veroorzaakt zijn vóór 1987,
- b.
waarvoor in de beschikking, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de wet, is vastgesteld dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging dat spoedig dient te worden gesaneerd, dan wel de noodzaak tot sanering is ontstaan naar aanleiding van voorgenomen activiteiten op het desbetreffende bedrijfsterrein,
- c.
waarvan de sanering nog niet is begonnen, en
- d.
waarbij zich één of meer van de volgende situaties voordoet:
- 1e.
een situatie waarbij de effecten van de verontreiniging op de omgeving zodanig zijn dat gewenste ontwikkelingen in de omgeving worden geremd of beperkt,
- 2e.
een situatie waarbij de sanering onderdeel vormt van verbetering van de kwaliteit van een gebied dat groter is dan alleen het bedrijfsterrein, of
- 3e.
een grondwaterverontreiniging die zich uitstrekt buiten het bedrijfsterrein, waardoor gewenste gebruiksfuncties van de ondergrond worden beperkt.
3.
In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, bestaat de korting uit een door de Minister van Infrastructuur en Milieu vast te stellen percentage van de saneringskosten, waarbij de hoogte van het percentage voor de diverse gevallen verschillend kan worden vastgesteld.
4.
In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, kan de korting slechts worden verstrekt voor zover voldaan wordt aan de eisen gesteld bij of krachtens de Verordening van de Commissie der Europese gemeenschappen (Verordening (EG) Nr. 1998/2006 (EG) betreffende de toepassing van artikel 87 en 88 van het EG-verdrag op de minimis-steun (PbEU 2006, L 379/5), dan wel daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving. In verband daarmee draagt de coördinerende rechtspersoon ervoor zorg dat de eigenaar of erfpachter van het bedrijfsterrein waarop de korting betrekking heeft, aan hem een verklaring overlegt overeenkomstig het model in bijlage 8a bij deze regeling omtrent de minimis-steun.
5.
De Minister van Infrastructuur en Milieu kan bij het verlenen van de projectsubsidie nadere voorschriften stellen met betrekking tot het bepaalde in dit artikel.