Einde inhoudsopgave
Besluit financiële bepalingen bodemsanering
Artikel 11
Geldend
Geldend van 01-07-2017 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
10-03-2017, Stb. 2017, 145 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-03-2017, Stb. 2017, 145 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
Overheidsfinanciën / Algemeen
1.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
door Onze Minister is vastgesteld dat, en voor welk deel, de verontreiniging op of in de bodem van het bedrijfsterrein voor 1 januari 1975, is veroorzaakt;
- b.
de eigendom onderscheidenlijk de erfpacht voor 1 januari 1995 is verworven;
- c.
de aanmelding, bedoeld in artikel 12, plaatsvindt voor 1 januari 2008, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat door bijzondere omstandigheden aanmelding voor die datum niet mogelijk was;
- d.
de sanering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de wet;
- e.
een saneringsplan als bedoeld in artikel 39 van de wet dan wel een melding op grond van artikel 39b, derde lid, van de wet is uiterlijk op 31 december 2023 bij gedeputeerde staten ingediend;
- f.
er op grond van artikel 75, eerste, derde en zesde lid van de wet door de Staat geen kosten verhaald zullen worden op de aanvrager van de subsidie.
2.
Indien het bedrag van de subsidie hoger zal zijn dan het bedrag van de kosten die verhaald zullen worden, geldt de voorwaarde in het eerste lid, onder f, niet voor dat deel van de subsidie dat het kostenverhaal te boven gaat.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van het bepalen van de ouderdom van de bodemverontreiniging, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
4.
De subsidie voor het saneren van een bedrijfsterrein kan, onder de voorwaarden genoemd in het eerste lid, met uitzondering van het eerste lid, onder b, worden verleend aan de opvolgend eigenaar respectievelijk erfpachter van een bedrijfsterrein indien:
- a.
de gegevens bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid van eerdere overdrachten, worden verstrekt, en
- b.
eigendom of erfpacht van een bedrijfsterrein wordt overgedragen na een aanmelding, op grond van artikel 12.