De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/4.2.0:4.2.0 Introductie
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/4.2.0
4.2.0 Introductie
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS371068:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook deze paragraaf betreft de situatie waarin de aanmerkelijkbelanghouder woont in staat C en de feitelijke leiding van de vennootschap – die ingevolge de vestigingsplaatsfictie van artikel 7.5, lid 6, Wet IB 2001 naar nationaal recht in Nederland is gevestigd – zich bevindt in staat B. Hiervóór is in paragraaf 4.1 bezien welke gevolgen de verdragen met de staten B en C hebben voor het Nederlandse heffingsrecht met betrekking tot aanmerkelijkbelangvervreemdingsvoordelen. De conclusie daaromtrent luidde dat de buitenlandse belastingplicht-vestigingsplaatsfictie redelijk succesvol is. In deze paragraaf komt de vraag aan de orde in hoeverre de verdragen met de staten B en C het Nederlandse heffingsrecht ter zake van reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang beperken. Kan de vestigingsplaatsfictie met betrekking tot aanmerkelijkbelangdividend eveneens effect sorteren?