Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1129
Wet Bopz. Kan verslaving aan drugs/alcohol tot toepassing van Wet Bopz leiden?; vereiste van stoornis van de geestvermogens.
HR 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2937
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03871
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2937, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1826, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑08‑2014
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Kan verslaving aan drugs/alcohol tot toepassing van Wet Bopz leiden?; vereiste van stoornis van de geestvermogens.
Mede tegen de achtergrond van de uit art. 5 lid 1 EVRM voortvloeiende waarborgen tegen willekeurige vrijheidsbeneming, kan verslaving aan middelen als drugs en alcohol niet tot toepassing van de Wet Bopz leiden, tenzij de verslaving gepaard gaat met (andere) psychische stoornissen van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed, dat betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.