Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/II.2.4
II.2.4 Activa die voor securitisation in aanmerking komen
M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS357573:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Denk aan het geval dat de originator nog niet (volledig) aan zijn contractsverplichtingen jegens de schuldenaren eeft voldaan (‘executory contracts’) of aan het geval dat er sprake is van wanprestatie van de originator. Men spreekt van het ‘dilution risk’, zie § III.2.1.2.
De ‘investor base’ betreft de kring van geïnteresseerde beleggers.
Het betrof de Government National Mortgage Association (GNMA) en de Federal Home Loan Mortgage Corporation (FHLMC).
Zie hierna: § II.5.2.1.
Anders dan FHLMC was het GNMA niet toegestaan om hypotheekportefeuilles van banken te kopen. GNMA ondersteunde de secundaire hypotheekmarkt enkel door het afgeven van garanties op ‘pass-through securities’ die door banken zelf op basis van ‘mortgage pools’ werden uitgegeven.
37. Kenmerken van de activa. Allerlei soorten activa die een geldstroom kunnen genereren, komen voor securitisation in aanmerking. Activaportefeuilles die in het algemeen het meest geschikt zijn voor securitisation hebben de volgende kenmerken:
een voorspelbare geldstroom;
de aanwezigheid van voldoende historische prestatiegegevens, waaruit een lage verzuim- en verlieshistorie blijkt;
in geval van kredietvorderingen: een amortiserend karakter;
een goede demografische en geografische spreiding van schuldenaren;
in geval van langlopende vorderingen: een goede spreiding van de ouderdom van de vorderingen (‘seasoning’);
door zekerheid gedekt op activa met een hoge executiewaarde en een groot gebruiksnut voor de schuldenaren en
een gestandaardiseerd, voldoende streng acceptatie- en invorderingsbeleid van de originator.
De kenmerken genoemd onder (i) en (iii) maken het mogelijk om een betalings- en risicoprofiel voor de ABS vast te stellen. De overige kenmerken verminderen het kredietrisico dat aan de ABS verbonden is, zodat aan de ABS een hoge rating kan worden toegekend en maken bovendien een statistische analyse van het debiteurenrisico mogelijk.
Kenmerken die de effectiseerbaarheid van een activaportefeuille bemoeilijken, zijn de volgende:
de originator heeft onvoldoende ervaring of is niet kredietwaardig genoeg om een goed debiteurenbeheer te voeren (de ‘servicing’);
de portefeuille bestaat uit een klein aantal vorderingen en/of heeft een slechte risicospreiding;
in geval van kredietvorderingen: ‘balloon maturity’, dat wil zeggen dat de leningen aan het eind van de looptijd door een enkele betaling ineens worden afgelost;
onregelmatige betaaldagen;
de bevoegdheid van schuldenaren om de betalingscondities eenzijdig te wijzigen;
een hoog verrekenings-, opschortings- en ontbindingsrisico.1
De kenmerken genoemd onder (iii), (iv) en (v) maken het lastiger om een betalings- en risicoprofiel voor de ABS vast te stellen. De overige kenmerken vergroten het kredietrisico van de ABS. Hiermee is niet gezegd dat dergelijke activa niet voor securitisation in aanmerking zouden kunnen komen. Wel is het mogelijk dat er vanwege de grotere risico’s geen hoge ratings aan de ABS kunnen worden toegekend en dat dientengevolge de ‘investor base’2 voor de ABS beperkt is.
38. Overzicht van activa. Een grote verscheidenheid aan soorten activa is al het onderwerp van securitisation geweest. De securitisationtechniek zoals wij die tegenwoordig kennen, vindt zijn oorsprong in de secundaire hypotheekmarkt van de VS. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw, werd gepoogd de in het slop geraakte woninghypotheekmarkt met behulp van een aantal (semi-)overheidsinstellingen vlot te trekken.3 Deze instellingen kochten hypotheekvorderingen van banken, bundelden deze en kenden aan investeerders deelnemingsrechten daarin toe (de zogenoemde ‘pass-through securities’4 ). Bovendien garandeerden deze instellingen de tijdige en/of volledige betaling van de deelnemingsrechten.5 Op deze wijze werd de liquiditeit van de Amerikaanse hypotheekmarkt vergroot.
Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw is de techniek van securitisation ook toegepast op andere activa dan hypothecaire vorderingen en heeft de techniek zich verder ontwikkeld. In het bijzonder de securitisation van autofinancieringen en credit card vorderingen nam een grote vlucht. Andere activa die het onderwerp van securitisation zijn geweest, zijn onder meer: vorderingen uit consumenten- en bedrijfsleningen, operational en financial lease, commercieel vastgoed financieringen, (‘high yield’) obligaties, handelstransacties, vliegtuig- en scheepsfinancieringen, publieke dienstverlening, belastingheffing, medische zorgverlening, studentenleningen etc.
Hoewel securitisation meestal betrekking heeft op financiële activa (vorderingen), zijn ook andersoortige activa geëffectiseerd. Voorbeelden zijn: intellectuele eigendomsrechten, (handels)voorraden en grondstoffen. Zelfs ondernemingen kunnen het onderwerp van securitisation zijn. Men spreekt dan van ‘whole business securitisation’, i.e. de securitisation van de inkomsten van een gehele onderneming of een onderdeel daarvan.
Concluderend kan worden gesteld dat alle activa die een (min of meer) constante geldstroom (kunnen) genereren, geschikt kunnen zijn om te dienen als onderpand voor de uitgifte van ABS. In dit boek wordt evenwel uitsluitend aandacht geschonken aan de securitisation van vorderingen op naam.